Lokale besturen zullen ook kunnen beschikken over de individuele gegevens van wie met covid-19 besmet is. Dat heeft Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V) maandag bekendgemaakt. Sinds vrijdag beschikken steden en gemeenten al over de gegevens op wijkniveau.
De individuele gegevens zullen toegankelijk worden gemaakt via een medische expert die verbonden is aan de zorgraad van de eerstelijnszone waar de betrokken stad of gemeente onder valt. Die zestig zones in Vlaanderen en Brussel moeten het werk van lokale besturen en zorg- en hulpverleners beter op elkaar afstemmen. De organisatie van de eerstelijnszorg per werkgebied is in handen van speciaal daarvoor opgerichte vzw, een zogenaamde zorgraad.
Beroepsgeheim
De medische experten die de individuele gegevens van coronapatiënten toegankelijk moeten maken, moeten in de verschillende zorgraden wel nog worden aangesteld. Minister Beke wijst erop dat deze manier van werken zal garanderen dat het beroepsgeheim en de patiëntenrechten worden gerespecteerd.
Drie scenario's
Om de lokale besturen en de zorgraden de kans te geven hun rol te spelen in de bestrijding van heropflakkeringen van COVID-19, en zo het centrale systeem van contact- en bronopsporing te versterken, werden drie scenario's opgesteld. Het is in het kader van die taak dat ze individuele patiëntengegevens zullen kunnen ontvangen.
Zo zal de besturen onder meer de mogelijkheid geboden worden om een autonoom contactopsporingssysteem op te zetten, gekoppeld aan specifieke voorwaarden met betrekking tot vertrouwelijkheid, aansprakelijkheid en de garantie op het invoeren van gegevens in het centrale systeem. Alvast in West-Vlaanderen wordt zo'n autonoom systeem in de steigers gezet, dat na 1 maand zal worden geëvalueerd. De lokale besturen uit Zuid-West-Vlaanderen drongen er al langer op aan om als "lokaal contactcentrum" aan het werk te gaan. Na overleg met Jan Seynhaeve, de voorzitter van de conferentie van burgemeesters van Zuid-West-Vlaanderen, en met Philippe De Coene en Kris Declercq, directeurs van de regionale partners W13 en Midwest, werd hiervoor een kader uitgetekend.
Dit scenario bouwt verder op de twee andere. Lokale besturen kunnen zich ook beperken tot sensibilisering en handhaving van de coronamaatregelen, het belang van meewerken met contactopsporing en het volgen van de quarantaineregels. Andere kunnen nog een stap verder gaan en zelf een rol opnemen in uitbraakbeheersing en complementair met de centrale contactopsporing werken. Het gaat dan bijvoorbeeld om cluster- en bronnenonderzoek. Met het organiseren van een autonoom contactopsporingssysteem kunnen steden en gemeenten dus nog een bijkomende rol opnemen.
Dinsdag zullen alle drie de scenario's tijdens een webinar toegelicht worden aan de lokale besturen. Die informatiesessie wordt georganiseerd door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), in samenwerking met ministers Beke en Bart Somers (Binnenlands Bestuur) en het Agentschap Zorg en Gezondheid.
Beke geeft nog mee dat de cijfers van de centrale contactopsporing verbeterd zijn. Zo wordt vandaag bijna 75 procent van de zogenaamde indexpatiënten (die positief testten op covid-19) binnen de 24 uur afgehandeld, 95 procent wordt binnen de 72 uur afgehandeld.