De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is "zeer bezorgd" over meldingen van Russische aanvallen op Oekraïense ziekenhuizen, iets wat tegen het internationaal recht ingaat. Dat heeft WHO-chef Tedros Adhanom Ghebreyesus woensdag op een persconferentie gezegd.

Tot nu toe werd één dergelijk geval bevestigd, zegt Tedros. Vorige week kwamen vier mensen om het leven en tien anderen raakten gewond toen een ziekenhuis onder vuur kwam te liggen. Berichten over andere aanvallen op medische instellingen worden onderzocht.

De WHO heeft zo'n 4,7 miljoen euro vrijgemaakt vanuit een noodfonds, maar de organisatie schat dat de nodige financiële hulp de volgende drie maanden zal oplopen tot 40 miljoen euro voor Oekraïne en 11,3 miljoen euro ter ondersteuning van de buurlanden.

De VN-organisatie heeft ook 36 ton aan medisch materiaal voor de slachtoffers in Oekraïne verzonden. Die levering zal donderdag in Polen aankomen. Hiermee kan de organisatie 150.000 mensen helpen. "De WHO is al vele jaren aanwezig in Oekraïne", benadrukte noodhulpcoördinator Mike Ryan. Zo bevoorraadde de organisatie voor de inval al zo'n 23 ziekenhuizen, maar momenteel is het WHO-magazijn in Kiev niet meer bereikbaar.

Ook het coronavirus blijft nog steeds een groot risico, benadrukt de WHO. Verschillende coronapatiënten, die door de oorlog niet de nodige zorg krijgen, dreigen te sterven aan de gevolgen van het virus. Verschillende Oekraïners zijn niet ingeënt, vooral in de zelfverklaarde "volksrepublieken" Loehansk en Donetsk.