Voelt u zich fris genoeg na de zomer om er tegenaan te gaan in wat zich laat aanzien als een heel tricky najaar, mocht covid-19 zich weer meer verspreiden onder de bevolking en het griepvirus tegelijk de kop opsteekt? Bijna twee derde van de huisartsen bleek eind augustus vakantie te hebben genomen en bij het derde dat (nog) niet deed, had het merendeel (6/7) wel plannen in die zin.
Voor een klein percentage (een op de 20) ziet het er minder goed uit: die huisartsen zeggen expliciet dat ze er nog geen tijd voor gevonden hadden.
Overigens staat ‘vakantie nemen’ na dit loodzware voorjaar niet noodzakelijk gelijk met fysiek en mentaal recupereren: nog niet eens een derde is er helemaal klaar voor maar zeven op de tien Vlaamse huisartsen menen dat ze niet of onvoldoende hersteld zijn (grafiek).
Om het dan nog niet te hebben over dezelfde tomeloze energie die u moet uitspreiden als het najaar hetzelfde uw krachten zou vergen als het voorjaar. Zes op de tien respondenten denken dat ze dat niet zullen kunnen, maar peppen zich desondanks op. Voor ruim een op de 13 (7,5%) is de rek eruit. Komt er echt een gelijkaardige golf aan als de eerste, dan geeft een meerderheid weliswaar aan dat die beheersbaar moet zijn – intussen staat ons bestrijdingssysteem in principe sterker. Toch vermoedt een aanzienlijke minderheid van 38,7% dat we weer gevaarlijke tijden tegemoet gaan met onverwachte capriolen van het virus.
Moe, moe en nog eens moe
Aan deze sceptici de vraag waarom ze niet klaar zouden zijn voor die tweede klap. Zowat de helft duidt vermoeidheid aan in alle geuren en kleuren: mentale belasting, uitgeput, burn-out, uitgeblust… Daarmee hebben ook de vereiste reorganisatie van de praktijk te maken en de onzekere werkomstandigheden. Oudere huisartsen zeggen dat ze op hun leeftijd dit soort crisis nog moeilijk aankunnen. Angst viert hoogtij bij menigeen. Daarbovenop blijft de onnodige administratie die te hoog ligt, op hen inbeuken.
Onduidelijke overheidsrichtlijnen maken het er evenmin makkelijker op. En de vrees voor het najaar en de winterperiode, traditioneel een drukke tijd voor huisartsen, steekt geregeld de kop op. “Als het aantal gewone verkoudheden gaat toenemen is een infectieraadpleging/testing volgens de coronamaatregelen niet meer haalbaar mijns inziens”, drukt een lezer het uit.
Overheid mag hand in eigen boezem steken
Zeven op de tien huisartsen beschikken weliswaar over de nodige wapens (beschermings- en testmateriaal, duidelijke richtlijnen, financiële waarborgen…) om er weer tegenaan te gaan. Het overige derde stipt met mijlen voorsprong aan dat duidelijke richtlijnen ontbreken. Die boodschap komt door in alle mogelijke varianten. Bijvoorbeeld expliciet verwijzend naar het gebrek aan juiste informatie over wie, wat, wanneer getest moet worden en naar wie de huisarts dan moet doorverwijzen. Richtlijnen verliezen ook aan duidelijkheid als ze te veel worden gewijzigd of te versnipperd zijn. Daaraan gekoppeld: “De overheid vraagt de artsen om snelheid te maken in nieuwe processen, maar haalt zelf de afgesproken deadlines niet.”
Voor plaats nummer twee op het lijstje van ongenoegens wedijveren de financiën (onvoldoende honorering) en het gebrek aan gepast materiaal met elkaar. Materiaal dat bij al te veel huisartsen dus ook tot eind augustus nog steeds ontbrak, van handschoenen tot mondmaskers over neus-keelwissers tot te weinig ‘logistieke ondersteuning’. Hier en daar lieten ook duidelijke testresultaten op zich wachten.
Lees ook:
> U mag puin patiëntencommunicatie ruimen
> 8 op de 10 huisartsen betreuren hun ondervertegenwoordiging
> Zes op de tien huisartsen zien teleconsulteren zeker zitten