Afgelopen maandag keurde het Verzekeringscomité van het Riziv de verruiming van de doelgroep patiënten met chronische aandoening goed waarvoor huisartsen een verhoogd GMD van 55 euro krijgen. De doelgroep wordt verruimd van 45 tot 75 naar 30 tot 85 jaar, en wel retro-actief vanaf 1 januari 2022. Een huisarts krijgt voor deze extra doelgroep dan 55 euro in plaats van 32 euro.
Die uitbreiding was al voorzien in het akkoord van 2021 en wordt nu dus ook realiteit. Vandaag was die verhoogde tegemoetkoming beperkt voor chronische patiënten in de leeftijdsgroep 45 tot 75 jaar, maar de doelgroep breidt uit naar beneden (30 jaar) en boven (85 jaar). Dat gebeurt retro-actief vanaf 1 januari 2022.
8,8 miljoen
MInister Vandenbroucke zette dit nog eens in de verf op de Dag van de Jonge Huisarts afgelopen weekend. "Op basis van de steekproef 2019 werd berekend dat de uitbreiding tot de leeftijdsklasse 30-85 jaar 327.522 extra gevallen inhoudt. Aan de maatregel hangt een prijskaartje van 8,8 miljoen euro vast, te financieren met 3 goedgekeurde besparingsmaatregelen bij de artsen-specialisten (dialyse, een vermindering van een ereloon voor cardiotocografie voor de geboorte (gynaecologen) en voorts worden drie prestaties geschrapt die niet meer evidence-based zijn.
Soms is het mogelijk dat huisartsen dit verhoogde bedrag al kregen. Is dat niet het geval, dan zullen de ziekenfondsen het regulariseren in een eenmalige betaling voor 30 juni van dit jaar. Vanaf die datum moeten ze het verhoogde bedrag sowieso meteen toekennen.
Meer achtergrondinfo vindt u ook hier.
Teleconsultaties
De minister had ook nog een boodschap voor de jonge huisartsen in petto wat de teleconsultaties betreft. "Eerstdaags verwacht ik de conceptnota van een Riziv-werkgroep onder leiding van professor Ann Van den Bruel en Jean-Luc Belche (FR). Ik heb beiden –met input van artsen, ziekenfondsen en de wetenschappelijke wereld- gevraagd een rapport op te maken over hoe om te gaan met teleconsultaties in een hedendaagse huisartsenpraktijk. Ik ben zeer benieuwd naar hun bevindingen, analyse, evaluatie en aanbevelingen."
Minister Vandenbroucke hoopt dat de werkzaamheden van de werkgroep de aanzet geven om in een volgende fase een uitgebreidere oefening te maken over de toekomst van de huisartsgeneeskundige zorg, en over het aangewezen organisatie- en financieringsmodel, met inbegrip van het inschakelen van meer ondersteuning. "Dat allemaal om ruimte te creëren voor de vernieuwing van de huisartspraktijk op korte termijn, en mét een breed draagvlak. Zonder die input van jullie, van onderuit dus, ga ik niet aan de slag", aldus nog de minister. En hij voegde eraan toe: "Jullie stem is primordiaal is. Het gaat om jullie en jullie toekomst. Laat ons durven daarover na te denken. En laten we dat vooral samen doen."
> "Huisartsen, zet in op een andere praktijkorganisatie" (Frank Vandenbroucke)