Vertrouwenscrisis tussen huisartsen en overheid

De aartsmoeilijke onderhandelingen voor een Integraal Zorgakkoord (IZA) in Nederland wijzen erop dat Volksgezondheidsminister Kuijpers  veel masseerwerk zal hebben om het geschonden vertrouwen te herstellen. Het vertrouwen behouden: een les die Belgische beleidsverantwoordelijken best ter harte nemen. Denk bijvoorbeeld aan de New Deal. Of het eeuwige gekibbel over de artsenquota.

Het thema was de aanleiding voor een column vorige week in de Volkskrant, van de hand van de Nederlandse huisarts Danka Stuijver. Onder anderen de huisartsen nemen de uitgestoken hand van Kuipers vooralsnog niet aan. “De oplopende zorgkosten, personeelstekorten en wachtlijsten nopen tot het nemen van ingrijpende beslissingen en tot samenwerking”, analyseert dr. Stuijver. Een analyse die ons, Belgen, niet vreemd is. Ook wat volgt, kom ons bekend voor: “Ondanks een groeiende werkdruk spenderen we 40 procent van onze tijd en energie aan het verantwoorden (…) We springen door hoepels en zetten vinkjes om flauwekulkeurmerken te bemachtigen (…). Tegen die achtergrond wordt nu andersom van ons gevraagd om vol vertrouwen, en op basis van niks meer dan beloftes en intenties, op het vliegende kleedje van minister Kuipers en het IZA te stappen. Is het dan vreemd dat we dat niet durven?”, vraagt de Nederlandse collega zich af.

Nu gaat die vertrouwensbreuk wel een stuk breder dan alleen de relatie tussen de minister en de huisartsen. Er bestaat volgens dr. Stuijver een diepliggend, wederkerig en groeiend wantrouwen dat alle partijen in de zorg raakt. “Zorgverleners worden gewantrouwd door de zorgverzekeraars en andersom vertrouwen zorgverleners de zorgverzekeraars, toezichthouders en ook de politiek voor geen meter. En dat is een probleem, zo is gebleken in de afgelopen maanden, want wantrouwen resulteert in verdeeldheid, achterdocht, contraproductiviteit, controlezucht. En nog meer wantrouwen. Het staat vruchtbare samenwerking in de weg, want enkel op vertrouwen kun je bouwen.”

Oorzaken en remedies

Waarom dat vertrouwen verdween? “Door zorgverzekeraars die afspraken uit eerdere akkoorden niet nakwamen. Door politici die wegkeken. Door toezichthouders die niet ingrepen. De huisartsen zijn inmiddels zo ver dat ze, buiten hun eigen beroepsvereniging om, advocaten inschakelen om voor hun zaak te strijden. Ze willen geen zorgakkoord, maar een bindend contract met keiharde, concrete en (juridisch) afdwingbare afspraken. Voor alle partijen.”

De druppel die de emmer deed overlopen was dat de minister niet eens de moeite nam om de massaal betogende artsen toe te spreken. Dat hij nu wel met de hand op zijn hart zweert erop te zullen toezien dat afspraken worden nageleefd, is niet meer genoeg. “Dat kun je de huisartsen niet kwalijk nemen. Hier wordt geoogst wat jarenlang is gezaaid: wantrouwen.”

Vandaar dus dat “om het IZA ondertekend te krijgen, het de vorm zal moeten aannemen van een zakelijk zorgcontract. Met wederzijdse, helder geformuleerde, en bindende verplichtingen.”

Een akkoordensysteem dat wij in België al langer kennen. Al is het ook hier soms nodig om juridische stappen te ondernemen als sommige passages niet uitgevoerd dreigen te worden. Daarom is een vertrouwensklimaat een kostbaar goed.

De volledige column leest u hier.

> Nederlandse huisartsen over zorgakkoord: "Neen, tenzij..."

> "Huisartsen piepen en kraken in Nederland"

> Geschokte huisartsen sturen minister 'motie van treurnis'

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.