Ri De Ridder schetst gezondheidsplan volgende decennium

Hoe zal onze gezondheidszorg zich ontwikkelen het volgende decennium? Daarover had dr. Ri De Ridder het onlangs als gastspreker in een reeks over kwaliteit van de GZA-ziekenhuizen. De Ridder is directeur volksgezondheid/gezondheidszorg van de beleidscel van minister Vandenbroucke. Hij pakte er uit met een aanzet tot een interfederaal plan waarvoor hij de mosterd deels haalt bij het regenboogmodel van de Nederlander Pim Valentijn.

Volgens Ri De Ridder komt erop aan om de huidige inefficiëntie, dingen die we dubbel doen, vermijdbare incidenten zoals onnodige opnames, terug te dringen. Een te gefragmenteerd werken ligt daaraan ten grondslag. Zo weet de huisarts bijvoorbeeld niet in welke richting een kinesitherapeut werkt en dat geldt ook voor andere gezondheidsprofessionals onderling. Een regie is nodig van het levenstraject van een persoon die geconfronteerd wordt met een of meerdere ziekten. Zodat je je als burger in totaliteit begrepen en verzorgd voelt. “Zo kunnen we vermijden dat je zorgafhankelijk wordt, wat te veel druk legt op het systeem dat nu al met een tekort aan handen worstelt. We moeten de zorgprocessen heroriënteren zonder de verantwoordelijkheid af te schuiven op individuele zorgverleners, maar door een gepaste geïntegreerde omgeving te scheppen.”

De Ridder ziet de geestelijke gezondheidszorg daar als eerste evolueren in de goede richting: “We investeerden er in vroegdetectie en preventie, anders gaan werken – met groepen en scholen. Zo  zal die zorg een stuk minder zwaar worden. Heel klassieke opdelingen in welzijn, eerstelijnszorg, ziekenhuiszorg… moeten we doorbreken om de middelen gepaster in te zetten in de vijf assen van de quintuple aim. Deze waardegedreven analyse en aanpak moet leiden tot een transversale benadering, geïntegreerde zorg. Om dat te organiseren moet je voldoende dicht bij de bevolking staan. Vandaar bijvoorbeeld de eerstelijnszones.”

Hij beseft wel dat dit pas kan werken als die verschillende niveaus voldoende verantwoordelijkheid krijgen in samenspraak met de lokale beleidsvoering, en de centrale beleidsverantwoordelijken zaken durven loslaten. Weliswaar op voorwaarde dat de outcomes goed opgevolgd worden.

Regenboogmodel

“Daarvoor hebben we heel wat innovatie nodig, niet alleen in technologische vorm, maar ook in onze zorgprocessen”, bepleit hij. “Met afspraken met de andere overheden: een interfederaal plan geïntegreerde zorg is in de maak.”

De Ridder haalt de mosterd voor een flink stuk bij het regenboogmodel van de Nederlander Pim Valentijn. Voor die verandering moet je volgens dat model op verschillende niveaus werken. Vertrekpunt is de patiënt die voldoende kennis aangereikt moet krijgen in de arts-patiëntrelatie in de vorm van digitale geletterdheid en toegang tot zelfzorginstrumenten met bijvoorbeeld een rol voor apps. Maar de professionele cultuur van de arts moet tevens  switchen naar persoonsgericht denken, wat ingebouwd dient te worden in de opleiding. Ook de betrokken (belangen)organisaties moeten een klik maken en de vaak confronterende belangen aligneren. Dat vergt een aangepaste governance.

“Tegelijk moet je data verzamelen over de lokale populatie en dat alles omkaderen met een beleid dat het geheel mogelijk maakt: het interfederaal plan dus. Het plan wordt afgerond begin volgend jaar. Het zal leiden tot een werkagenda die de volgende legislaturen uitgevoerd moet worden. Hoe je het ook draait of keert, we zijn gedoemd om samen te werken met gedeelde doelstellingen. In een poging om het onevenwicht tussen zorgvraag en -aanbod te overwinnen”, besluit dr. De Ridder.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.