Het ASGB gaat akkoord met correct voorschrijfgedrag en goed gebruik van de middelen, evenals met een opsplitsing van een intellectueel en kostengedeelte voor de klinische biologie. Er moet wel een verschil worden gemaakt alnaargelang de context. En meer responsabilisering dringt zich op, met behulp van een tool maar ook met sancties als stok achter de deur.
Het syndicaat schreef hierover naar aanleiding van de onderhandelingen over de hervorming van de ziekenhuisorganisatie en -financiering, onlangs een brief. Die was gericht naar Prof. Kips en Jan Bertels (kabinet Vandenbroucke).
Het vindt de kosten die gepaard gaan met klinische biologie in een ziekenhuiscontext niet vergelijkbaar met die in een ambulante omgeving: in het eerste geval is de kans op sterk pathologische resultaten veel groter voor eenzelfde analyse, vergeleken met een privélab bij een gezonde patiënt.
De verantwoordelijkheden binnen een ziekenhuiscontext zouden ook veel groter zijn, dus moet het intellectuele deel van het honorarium anders opgesplitst worden, afhankelijk van de context. Een andere benadering is dus nodig voor de ambulante dan voor de ziekenhuisomgeving (zowel ambulant als gehospitaliseerd).
Daarnaast moeten flink wat aspecten gedekt worden door het intellectuele honorarium: uitwerking, risico-analyse en validatie van tal van procedures, kwaliteitsbewaking en -controles opvolgen en uitvoeren, deelname aan externe toetsing of opgelegde kwaliteitsnormen, diagnostisch/therapeutisch overleg… om er maar enkele te noemen.
Denksporen werkingskosten en winstmarges
Het ASGB suggereert om enkele denksporen te volgen: om werkingskosten en winstmarges te bepalen zijn voor ambulante prestaties van een extramuraal lab jaarrekeningen een goed hulpmiddel, naast de boekhouding in peilziekenhuizen (met een foutenmarge wegens verschillende financiële regelingen in ziekenhuizen). Het ASGB stelt zich kanidaat om aan deze oefening mee te werken.
Het syndicaat gaat ook akkoord met een beperkte vermindering van de B-waarde op voorwaarde dat die vrijgekomen middelen dan lokaal worden verankerd. Een deel van de honoraria blijft best per prestatie via B-waarde gefinancierd. De aanwending van het intellectuele deel van het honorarium komt de klinisch biologen zelf toe. De werkingskost moet in co-governance lopen met de klinisch biologen.
Het ASGB wijst er nog op dat de grote verschillen in financiële regeling van de diverse netwerkpartners een barrière voor samenwerking en fusie. Dat vergt dus een ander kader dat ook geldt voor de privélabs. Principieel blijft het ASGB voorstander van een verdere pathologiegebaseerde forfaitarisering van de klinische biologie via een DRG-forfait klinische biologie per opname. De verplichting om 24/7 analyses te kunnen uitvoeren op acute sites met een dienst spoedgevallen, moet afgedwongen of op zijn minst financieel gestimuleerd worden (technisch gedeelte honorarium).
Responsabilisering
Voorschriften van zowel specialisten als huisartsen voor klinische biologie moeten rekening houden met transmurale trajecten, gecoördineerd door klinisch biologen van het ziekenhuis(lab) in kwestie.
Tot slot is een meer rationeel gebruik van de klinische biologie vereist volgens het ASGB via meer responsabilisering (gestandaardiseerd normbedrag in functie van het patiënteel van de voorschrijver vanaf 2023). Dat kan op gmd-basis, en bij overschrijding dient men sancties te voorzien voor de voorschrijver. Ondersteunend kan een decision support tool ter beschikking komen met een elektronische kostenteller (deel patiënt, deel terugbetaald).
De brief werd getekend door Thomas Gevaert en Michel Creemers, respectievelijk voorzitter van de specialisten- en huisartsenvleugel; en Pieter De Schouwer en Robert Rutsaert (bestuursleden).
> "Klinische biologie en medische beeldvorming versneld hervormen" (prof. Kips)