Zowel Nederlandstalige (BHAK) als Franstalige (FAMGB) Brusselse huisartsen reageren positief op de nieuwe cartografie van het huisartsennetwerk in het Gewest. Toch waarschuwen ze: de analyse is waardevol, maar moet beleidsmaatregelen uitlokken om de reële belemmeringen voor jonge artsen om zich in Brussel te vestigen, eindelijk aan te pakken.
Voor de Brusselse Nederlandstalige huisartsen is de nieuwe studie een stap vooruit. “We hadden hier echt nood aan,” zegt Dr. Els Van Hooste, voorzitster van de Brusselse Huisartsenkring (BHAK). “Samen met de FAMGB zijn we zelf naar het Observatorium voor Gezondheid gegaan met de vraag om deze studie op te starten.”
Volgens haar ontbraken correcte gegevens. “We kenden een heleboel realiteiten niet. We zijn zelfs betrokken geweest bij het opzetten van de studie, en mochten meedenken over welke parameters erin moesten zitten.”
Zo werd onder meer de leeftijd van de actieve artsen opgenomen, belangrijk om in te schatten hoeveel artsen binnenkort met pensioen gaan. “We wisten dat jonge artsen interesse hadden om zich in Brussel te vestigen, maar we wisten niet wat hen tegenhield,” aldus Dr. Van Hooste.
Een verfijnde kaart van noden
Volgens haar is de studie “uitstekend uitgevoerd” en biedt ze voor het eerst een verfijnd beeld op wijkniveau, in functie van bevolkingskenmerken en andere parameters. “We kunnen nu per buurt zien waar er echt tekorten zijn en waar niet. De noden die zo naar voren komen, weerspiegelen de realiteit op het terrein – niet zomaar een globale inschatting.”
De studie leverde tal van kaarten op, met verschillende combinaties van criteria: sociaaleconomisch profiel, bevolkingsdichtheid, bereikbaarheid, en ook taalaanhorigheid. “Wat daaruit opvalt: het noordoosten van Brussel telt proportioneel meer Nederlandstaligen dan andere wijken. Als je geen rekening houdt met de taalparameter, zie je niet dat er in sommige wijken effectief een tekort is aan artsen die Nederlands spreken,” zegt Van Hooste.
Vestigingsdrempels blijven groot
Een ander belangrijk element: de hinderpalen voor jonge artsen. “De studie toont duidelijk aan dat de vastgoedprijzen in verschillende gemeenten een reële drempel vormen voor vestiging,” stelt ze. “Het zal veel werk vergen om alles grondig te analyseren en vervolgens actie te ondernemen.”
Samen met de FAMGB wil de BHAK nu prioriteiten vastleggen. “Een van de eerste stappen is dat we de gemeenten met hoge vastgoedkosten gaan aanspreken. We willen weten welke initiatieven zij overwegen.”
Taal blijft een aandachtspunt
Over het gebruik van het Nederlands is Dr. Van Hooste helder: “In sommige wijken waar veel Nederlandstaligen wonen, is het aanbod aan Nederlandstalige artsen ontoereikend. Dat is geen onwil, maar we moeten als Nederlandstaligen wel zelf waken over onze aanwezigheid.”
Volgens haar zouden zowel de Brusselse als de federale overheden dergelijke studies structureel moeten gebruiken bij hun zorgplanning. “Dit soort instrumenten helpt om betere beleidskeuzes te maken,” besluit ze.
FAMGB: waardevolle basis, maar momentopname
Ook Dr. Michel De Volder, voorzitter van de Franstalige Fédération des Associations de Médecins Généralistes de Bruxelles (FAMGB), prijst de kwaliteit van het werk. Toch wijst hij erop dat de FAMGB over bijkomende gegevens beschikt, zoals over de wachtdiensten in Brussel, de herkomst van patiënten en hun hulpvragen. “Die data zouden een aanvulling kunnen zijn op de analyse van het Observatorium. Maar we moeten wel beseffen dat dit een momentopname is – de situatie evolueert voortdurend.”
Volgens hem komen er vandaag iets meer nieuw opgeleide artsen op de markt. “De laatste twee à drie jaar is er een toename van het aantal jonge huisartsen dat zich in Brussel wil vestigen. Maar hoewel de arbeidskracht evolueert, moeten we nu vooral inzetten op structurele maatregelen.”
“Solo werkt niet meer”
De Volder noemt opnieuw de vastgoedprijzen als structurele hindernis. “Een echte oplossing zou zijn om ingerichte lokalen aan te bieden tegen betaalbare prijzen. Kleine ruimtes voor solo-praktijken zijn nog wel te vinden, maar dat model is tanende. Er zijn plekken nodig voor groepspraktijken. Gemeenten kunnen daar echt een rol spelen.”
Daarbij wijst hij op nog een pijnpunt: “Huisartsenpraktijken worden fiscaal belast als kantoren. Dat helpt niet. Als je investeert in vaste infrastructuur, dan kunnen artsen verhuizen of hun werkmodel wijzigen, maar de praktijkruimte blijft beschikbaar voor anderen.”
Tot slot pleit hij ook voor administratieve en logistieke ondersteuning van artsen in vestigingszones.
> Raadpleeg de volledige studie en samenvatting
Lees ook :
> Exclusief: Brussel stelt nieuwe cartografie van de huisartsgeneeskunde voor
> Drie jaar werk voor een verfijnd beeld van de huisartsenzorg in Brussel (Vivalis)