Huisarts Luc Deprost maakt zich zorgen over (bijna) anonieme onlinereviews die als marketingstrategie worden ingezet om concurrenten te beschadigen. Steven Creyelman (Vlaams Belang) vroeg minister De Block in de Kamer of ze het probleem erkent en wat ze er eventueel tegen wil ondernemen.
“De gevolgen van die wel of niet gefundeerde anonieme of bijna anonieme onlinereviews zijn voor de meeste artsen op dit ogenblik nog beperkt tot hun ego maar ik ben van mening dat ook hier voorkomen beter is dan genezen”, aldus Creyelman die zelf ook goed thuis is in de ICT-wereld.
Maggie De Block erkent in haar antwoord dat de nieuwe communicatietechnieken voor- en nadelen hebben, waaronder potentiële reputatieschade. “Ik zie dat op de Facebookpagina van mijn gemeente: wie kent een tandarts, wie kent een kinderarts? Dan wordt daar onmiddellijk op geantwoord: dat is een goede of dat is een slechte, die werkt te vlug of die werkt te traag, enzovoort. Er wordt onmiddellijk allerlei informatie meegedeeld waarmee die mensen naar ik meen niet meteen gelukkig mee zijn.”
“Het gaat bovendien om zeer subjectieve informatie. De snelheid waarmee die informatie wordt gedeeld, maakt dat men altijd achter de feiten aanholt als men daaraan iets wil doen. Ik neem aan dat een arts niet all the time op Twitter of andere online communicatiekanalen zit.”
De minister geeft ook toe dat de vlotheid waarmee men kan communiceren, risico’s inhoudt. “Er is zelfs de mogelijkheid om net onjuiste informatie te beschermen. Dat is heel actueel, want u kent bijvoorbeeld de Antivaxers”, aldus Maggie De Block (zie kaderstuk). Google heeft zich akkoord verklaard om dit soort communicatie te censureren en zich daarmee bezig te houden. Andere platforms hebben zich daarbij aangesloten en zijn zich nu bewust van de gevaren die de soepele manier van werken om via hun platforms fake news of schadelijk nieuws te verspreiden kunnen inhouden.
Grenzen aan vrije meningsuiting
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zegt ook dat er grenzen zijn aan de vrije meningsuiting, ter bescherming van onder meer de reputatie en de rechten van andere burgers. De slachtoffers van onjuiste informatie kunnen de nodige procedures starten wegens laster, maar dat is natuurlijk altijd na de feiten. Bovendien moet men de schade dan ook nog kunnen bewijzen, wat moeilijk is.
“Een rechtstreekse benadering van de platformen over de schade die zij kunnen aanrichten ten aanzien van mensen – zij weten ook niet altijd dat die actie tegen hen loopt, want dat gaat als een lopend vuurtje – is de manier waarop men het snelst zal kunnen ingrijpen. Naar een rechtbank gaan, kan men immers pas na de feiten, terwijl men het echt in de kiem moet kunnen smoren. Daar gingen de serviceproviders mee akkoord en dat is een belangrijke stap.”
Steven Creyelman is tevreden dat de minister bezig is met maatregelen tegen deze verderfelijke praktijken. “Artsen hebben niet de mogelijkheid om reclame te voeren in de strikte zin van het woord. Het enige wat zij mogen doen, is correcte informatie verspreiden over het beroep dat zij uitoefenen. Het gevaar bestaat dat minder bonafide artsen, al dan niet uit het buitenland afkomstig, die praktijken toepassen als een soort van marketingstrategie.”