De doelgroep voor het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood van de Vlaamse overheid wordt niet altijd bereikt. Dat blijkt uit een onderzoek van het Rekenhof. Onder meer de regelgeving voor het inkomensonderzoek hypothekeert het doelgroepbereik, klinkt het.
Het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood is bedoeld voor 65-plussers met een beperkt inkomen en gezondheidsproblemen. Het bedraagt maximaal 594 euro per maand, afhankelijk van hoeveel zorg iemand nodig heeft en zijn (gezins)inkomen. Wie een zorgbudget wil aanvragen moet minstens zeven punten behalen op de "schaal van zelfredzaamheid" en het inkomen van de oudere en zijn gezin mag een bepaalde grens niet overschrijden. In 2020 bedroeg het totale budget voor ouderen met een zorgnood 370,7 miljoen euro.
Volgens het Rekenhof wordt deze doelgroep echter mogelijk niet altijd bereikt. Zo is de zorgbehoevende er mogelijk onvoldoende van op de hoogte dat hij recht heeft op een tegemoetkoming - die hij zelf moet aanvragen - of weet hij niet dat hij een medische herschaling kan vragen bij een toenemende verminderde zelfredzaamheid.
Onroerend goed
En ook de regelgeving voor het inkomensonderzoek hypothekeert het doelgroepbereik, aangezien de inkomensgrenzen van het zorgbudget nergens worden onderbouwd. Ter illustratie: als de zorgbehoevende een onroerend goed verkoopt, wordt 6 procent van de verkoopwaarde bij zijn jaarlijks inkomen geteld en dit gedurende 10 jaar. Het regeerakkoord en de beleidsnota 2019-2024 voorzien in een herziening van de aanrekening van (on)roerende goederen in het inkomensonderzoek, maar dat is tot op heden niet gebeurd.
Onderbescherming
Het Rekenhof wijst erop dat sommige cijfers wijzen op een mogelijke onderbescherming. "Zo genieten in de woonzorgcentra 30.000 mensen een zorgbudget voor ouderen met een zorgnood op een totaal van ongeveer 80.000 bewoners. Aangezien net die mensen het meest zorgbehoevend zijn, lijkt dat weinig", klinkt het in het rapport.
Bovendien is 67,5 procent van de rechthebbenden in de woonzorgcentra ingeschaald in categorie 1 tot 3 (op 5 categorieën), terwijl bewoners in de woonzorgcentra behoren tot de zwaarst zorgbehoevenden.
En bij de rechthebbenden die thuis wonen en dus waarschijnlijk minder zorgbehoevend zijn, is er een grote ondervertegenwoordiging van het aantal mensen in de eerste categorie. Mogelijk zijn er dus meer mensen die in die eerste categorie passen, maar geen beroep doen op een zorgbudget.
Dankzij de webapplicatie verloopt de dossierbehandeling van de aanvragen voor een zorgbudget wel vrijwel gelijk in alle provincies, alleen de medische inschaling vertoont lichte verschillen, aldus het Rekenhof nog.
Ook benadrukt het rapport dat het aantal laattijdge afhandelingen van aanvragen door de zorgkas sterk gedaald is. In 2018 waren er nog 43 procent laattijdige beslissingen (niet afgehandeld binnen de zes maanden), in 2020 was dat nog 10 procent. De zorgkassen gaven aan dat de lange doorlooptijd van de medische inschaling een belangrijke reden is voor de vertraging.
BelRAI
De Vlaamse overheid plant de invoering van een tool (BelRAI) die het fysiek, sociaal en psychisch functioneren van een persoon in kaart brengt, maar die invoering kan volgens het Rekenhof nog enige tijd aanslepen. Daarnaast werd er een pilootproject opgestart waarbij de medische inschaling gebeurt door de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen. En ook de informatie-inwinning bij derde instanties of de zorgb ehoevende zorgt voor vertraging.
Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) gaf aan dat er al acties ondernomen zijn. Zo wordt de tool BelRAI ingevoerd en heeft het Agentschap Vlaamse Sociale Bescherming een akkoord gesloten rond de goede werking van de webapplicatie.
Het niet bereiken van de doelgroep blijft een aandachtspunt en nog deze legislatuur belooft de minister het initiatief te nemen om het zorgbudget te vereenvoudigen en te versterken, waarbij het inkomensonderzoek zal worden herzien naar marktconforme tarieven.