In België heeft 58% van de inwoners een GMD. Dit gemiddelde strekt zich uit over de welbekende regionale verschillen: 67% in Vlaanderen versus 47,5% in Wallonië en 40% in Brussel (gegevens 2015). Maggie De Block is er gerust in dat de situatie op termijn in evenwicht geraakt. Ze wijst erop dat de percentages fors verschillen naargelang de leeftijdscategorie. In Vlaanderen heeft 95% van de 74-plussers een GMD.
De socialistische volksvertegenwoordiger Daniel Senesael vroeg minister De Block onlangs in een Kamercommissie wat ze dacht over het advies van de Orde dat een verplichte inschrijving in het GMD voorstelt. Hij wou ook weten hoe ze staat tegenover het beheer van het GMD door een specialist.
De minister corrigeert: de Orde vraagt niet dat het concept van het GMD door specialisten zou overgenomen worden. Maar de Orde wil wél dat “de belangrijkste gegevens uit het GMD ook door andere artsen kunnen bekeken worden”.
Maggie De Block presenteerde gegevens over de regionale verschillen die zich al enkele jaren aftekenen. “In Vlaanderen heeft 67% van de inwoners een GMD. Het cijfer bedraagt 52% voor de leeftijdsgroep jonger dan 25 jaar. Bij 74-plussers halen we 95%.”
“In Wallonië is het percentage lager: 47,5%.” De opsplitsing per leeftijdsgroep is vergelijkbaar met wat men in de andere twee regio’s van het land ziet. Bij mensen jonger dan 25 jaar heeft 41% een GMD, bij 74-plussers is dat 74%. Het GMD is het minst populair in Brussel, met een aanwezigheid van 40%.
Volgens de minister worden de regionale verschillen bepaald door de rol die de huisarts speelt in het zorgsysteem en door socioculturele factoren. Ze heeft vertrouwen in de toekomst. Haar cijfers dateren van 2015, en de verschillen vlakken stilaan uit. Wallonië en Brussel maken een inhaalbeweging.
Ten slotte merkt Maggie De Block nog op dat men een goede arts kan zijn ook al attesteert men geen GMD’s. “Een arts kan heel consciëntieus een medisch dossier bijhouden zonder een GMD te factureren.”