Het toekennen van het sociaal statuut zal voortaan verbonden zijn aan het halen van een activiteitsdrempel. Voor 2016 kan dit systeem echter nog niet worden toegepast. De bedragen van het sociaal statuut 2016 liggen nog niet vast, zo zegt Riziv-topman Ri De Ridder.

Artsen zullen naar hun activiteitsniveau worden ingedeeld in twee groepen: de groep die minstens 25.000 euro aan Riziv-uitgaven genereert, krijgt een hoger bedrag dan de groep die tussen 12.500 en 25.000 euro oplevert. Onder de drempel van 12.500 euro wordt geen sociaal statuut toegekend. Het sociaal statuut is alleen toegankelijk voor volledig of gedeeltelijk geconventioneerde artsen. Wie het akkoord weigert, heeft geen toegang.

Oorspronkelijk was voorzien dat de activiteitsdrempels zouden worden toegepast vanaf 2016. Maar in februari meldde het Riziv dat dit niet kan doorgaan. De procedure is niet af. Bovendien was er bij de artsen onduidelijkheid over dit systeem, zodat ze tegen de gestelde deadline niet met kennis van zaken konden beslissen of ze al dan niet zouden toetreden tot het akkoord. De vraag rees bijvoorbeeld of er ook activiteitsdrempels gelden voor gedeeltelijk geconventioneerde artsen.

Nieuwe besprekingen in de medicomut

Omdat de activiteitsdrempels in 2016 niet zullen gelden, kunnen de bedragen die in het medicomut-akkoord werden vermeld, niet zomaar worden toegepast. Het ging hier om 4.790,23 euro voor volledig geconventioneerde artsen, en 2.259,67 euro voor gedeeltelijk geconventioneerde artsen. Dit zijn hogere bedragen dan in 2015, toen er respectievelijk 4.535 euro en 2.200 euro werd uitgetrokken. De verhoging kon worden toegepast omdat sommige artsen wegens de activiteitsdrempels geen toegang meer zouden hebben tot het sociaal statuut.

Oorspronkelijk had het Riziv gemeld dat het bedrag van het sociaal statuut niet kon worden verhoogd in 2016, als gevolg van het niet toepassen van de activiteitsdrempels. Maar Ri De Ridder zei op het eHealth-symposium van Bvas (16 april) dat de bedragen voor 2016 nog niet vastliggen. De zaak moet opnieuw in de medicomut worden besproken, aldus dr. De Ridder. "Maar in ieder geval zal het minstens gaan om de bedragen van 2015, plus indexering."