Roel Van Giel (AADM) is blij met de toegezegde steun voor de huisartsenwachtposten en zal er bij de volgende medicomut voor ijveren dat alle aangekaarte probleempunten ook effectief worden uitgevoerd. Positief is ook dat het proefproject rond de LEIF-artsen dat eigenlijk al twee jaar afgelopen was, nu beter verankerd is in een ‘conventie’.
Dr. Van Giel stipt op voor de wachtposten vier verbeterpunten waarvan voor het ene al een betere oplossing is uitgewerkt dan voor het andere.
Zo zijn er ten eerste de indexstijgingen 2022 voor een aantal kostenrubrieken die te laat werden doorgerekend. Nu besliste men dat het mogelijk is om tijdens het jaar financiering bij te tanken indien nodig als men een gerechtvaardigd dossier indient. Dat voor de rubrieken huur, personeel en dies meer. Wel werd vastgesteld dat zelfs dan sommige wachtposten voor sommige rubrieken al hun plafond haalden, wat leidde tot een afwijzing van de steunvraag door het Riziv. Het Riziv zal die dossiers nu herbekijken en toch tegemoetkomen aan gerechtvaardigde eisen.
Ten tweede stipuleerde het akkoord dat het wachtpostbudget met maximaal 8,16% verhoogd mocht worden. Die stijging wordt opgetrokken naar ruim 12% en er komt een mechanisme dat de indexsprongen 2023 compenseert. “We drongen er met AADM ook op aan om die stijging door te laten werken in andere wachtpostrubrieken (sociaal secretariaat, boekhouding…) die tot nu toe verstoken bleven van elke indexcompensatie en zelfs al een historische achterstand kenden. Dat komt nog op tafel op een volgende medicomut.”
Punt drie: de kwestie van de dubbele onthaalfunctie in de wachtposten. Er werd een bedrag voorzien om wachtposten hier meer ademruimte te geven: wachtposten tot 10.000 contacten/week kunnen rekenen op een dubbele vergoeding voor 16 weken, wachtposten tot 20.000 contacten/week kunnen dat voor 32 weken. Maar zelfs dat is geen oplossing voor sommige grote wachtposten zoals die van Turnhout bijvoorbeeld. “Er zit een structuurfout in dat financieringssysteem: ongeacht de grootte krijgt elke wachtpost immers 1 FTE/onthaalfunctie, wat niet volstaat voor het Turnhoutse voorbeeld. AADM werkte hiervoor een oplossing uit en zal die bij de volgende MM weer op tafel leggen.”
Tot slot is er het nieuwe financiële kader dat de personeelsvergoeding van de wachtposten omvat (IFIC-normen), de toepassing van de index, meer flexibiliteit om tussen de kostenrubrieken te schuiven en een micromanagementbudget. Die regeling bevat heel wat positieve elementen en het desbetreffende KB zal dit jaar worden uitgewerkt want het zou worden ingepast in dat van de functionele samenwerkingsverbanden (FSW’s). “AADM beklemtoonde dat dit KB al moet ingaan begin 2024, los van die FSW’s die nu blijkbaar pas later geconcretiseerd worden”, besluit Roel Van Giel.
Los van het dossier wachtposten is het tot slot positief dat het LEIF-proefproject nu is het opgenomen in een ‘conventie’ en dus wat structureler ingebed is. De pas samengestelde werkgroep transversale zorg werkt verder op een voortraject als starttraject. De toegang tot diabeteseducatie en preventieve tandheelkundige zorg is vereenvoudigd.
Wat het budget betreft: cijfers van eerste tien maanden leidden tot een herraming omdat men na vijf maanden een overschrijding vreesde voor 2022, maar dat blijkt nu onterecht.