De erkende startende huisarts die op prestatievergoeding werkt, krijgt een eenmalige bonus van 4.256 euro. Dat besliste de medicomut afgelopen maandag. De gmd-startpremie is het resultaat van verschillende medicomut-akkoorden.
Doel is om het honorarium te compenseren dat de beginnende huisarts ontvangt voor het beheer van gmd's, omdat dit bedrag te laag wordt geacht in verhouding tot zijn werklast. Hij zal daarom, naast het bedrag van de geïntegreerde praktijkpremie dat hij op zijn verzoek ontvangt een eenmalige premie van 4.256 euro op zijn rekening zien verschijnen in het jaar dat hij zijn Rizivnummer krijgt,
De gmd-startpremie wordt automatisch toegekend aan elke huisarts in opleiding die sinds 2021 zijn Riziv-nummer kreeg, voorbehouden aan huisartsen. Dat op voorwaarde dat hij de geïntegreerde praktijkpremie ontvangt en dat hij bovendien aan de volgende twee eisen voldoet:
- De arts werkt op prestatiebasis
Doel van de starters-gmdpremie is de honoraria te vergoeden voor het gmd-beheer van artsen die op prestatiebasis werken en niet forfaitair. Een arts die tussen 1 januari en 31 mei van het jaar volgend op het jaar van de geïntegreerde praktijkpremie meer dan 30 opeenvolgende dagen op prestatiebasis werkte, is uitgesloten van de gmd-starterspremie. Een arts die maximaal 30 opeenvolgende dagen met het pakket werkte, is dan weer niet uitgesloten van de premie. Dat omdat het in de praktijk voorkomt dat een prestatie-arts een eenmalige vervanging waarneemt voor minder dan 30 aaneengesloten dagen in wijkgezondheidscentrum met forfait, zonder dat dit wordt aangegeven via de progezondheid-applicatie.
- De arts gebruikt goedgekeurde software om de gmd's te beheren
De premie is bedoeld om artsen in opleiding te steunen die gmd's elektronisch beheren.
De gmd-starterspremie wordt gelijktijdig met de geïntegreerde praktijkpremie betaald: uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar van de premie (artikel 16 van het koninklijk besluit). In afwijking van deze regel wordt de gmd-premie sinds 2021 betaald in 2023.
Het besluit moet nog worden goedgekeurd door de Commissie begrotingscontrole en het Verzekeringscomité Riziv voordat een koninklijk besluit kan verschijnen in het Staatsblad.