Zoals te verwachten was, kreeg ontslagnemend premier De Croo (Open VLD) een resem parlementaire vragen op zijn bord over de blokkering van de Riziv-begroting door de vertegenwoordiger van zijn partij in de Algemene Raad van het Riziv.
Langs Nederlandstalige kant opende Natalie Eggermont (PVDA-PTB) het vragenvuur. “Ik weet niet of u de jongste tijd nog hebt gepraat met mensen die in de zorg werken, maar ik kan getuigen, want ik ben zelf spoedarts. Ik hoop dat u goed luistert, want het zit het zorgpersoneel tot hier. Zij smeken al jaren om extra middelen, maar hun vraag valt in dodemansoren. Afgelopen maandag kregen zij opnieuw een klap te verwerken en begrepen ze dat u niet luistert.”
“De vraag is waarom. Want wat lees ik in de pers? De reden is dat u niet wil dat de farmaceutische industrie een eerlijk steentje bijdraagt. U zegt van niet, maar het staat in de kranten. Ik ben dus heel benieuwd naar wat er dan is gebeurd en wat de reden is waarom u het akkoord hebt geblokkeerd.”
Groeinorm
Irina De Knop (Open VLD) liet een heel ander klokje luiden en nam het op voor het blokkeringsmaneuver: Luc Van Gorp (CM) noemde de huidige blokkering ‘ongezien en onbegrijpelijk’ maar dat komt volgens De Knop neer op stemmingmakerij. “Als de huidige regering onder leiding van deze premier en de staatssecretaris voor Begroting dit budget had goedgekeurd, hadden we met één pennentrek de 2,5% groeinorm vastgeklikt, net als de bijkomende indexeringen en hadden we de bijkomende overschrijdingen van een aantal sectoren aanvaard. Dat hebben we echter niet gedaan. We hebben daar een stokje voor gestoken.”
Uit de mond van Jan Bertels (Vooruit) klonk vooral de vraag naar duidelijkheid. ‘De regering bevindt zich in lopende zaken. De wereld staat ondertussen evenwel niet stil. Een regering in lopende zaken moet zorgen voor stabiliteit en voor continuïteit. Voor die stabiliteit en voor die zekerheid moet de Riziv-begroting worden vastgelegd, conform de wetgeving en de budgettaire mechanismen. Mijnheer de eerste minister, hoe zult u ervoor zorgen dat de patiënten en de zorgverleners zo snel mogelijk weten waar zij aan toe zijn?”
Volgens Alexander De Croo in de Kamer is er geen vuiltje aan de lucht: “Er zal in 2025 een begroting van het Riziv zijn”, probeerde hij iedereen gerust te stellen. Daarvoor verwees hij naar een gelijkaardige situatie in 2019 (regering Wilmès). Toen werd pas op 22 november de Riziv-begroting goedgekeurd. “Het laatste wat men van een regering in lopende zaken zou verwachten, is dat ze het werk hindert van een regering die zich aan het vormen is. Het is toch logisch dat een regering in lopende zaken aan de formateur en de vijf betreffende partijen alle ruimte geeft om een regering te vormen en een begroting aan te nemen. De begroting van het Riziv maakt daar deel van uit. Daar nu al op een voorafname op doen, zou de zaken bemoeilijken. Vanuit een democratisch perspectief zou dat pertinent onjuist zijn”, analyseerde De Croo.
Vervolgens plaatste hij de bal in het kamp van de volgende regering, want zijn regering legde de groeinorm op 2%, en “mocht de volgende regering vinden dat de uitgaven in de gezondheidszorg volgend jaar moeten stijgen ten opzichte van dit jaar, als zij zegt dat de 2% van 2024 niet voldoende was en dat zij volgend jaar naar 2,5 of zelfs 3 % wil gaan, zoals ik in sommige nota's heb gelezen… Indien u een groeinorm van 2,5% tot 3% wil, richt u dan tot de heer Vandenbroucke en tot de heer Prévot. Zorg ervoor dat zij de uitgaven doen stijgen. Zorg er dan echter ook voor dat er hervormingen zijn op andere domeinen om de stijging betaalbaar te maken.”
Klap in het gezicht
Natalie Eggermont beet in haar antwoord – haar maidenspeech voor het halfrond - van zich af: “Collega's, u hebt allen geapplaudisseerd voor de helden van de zorg. Nu krijgen zij van ieder van u een klap in het gezicht. Ik hoor nu dat u wel in de zorg wil besparen. U stelt bijvoorbeeld de groeinorm van 2,5% voor de begroting ter discussie. Nochtans was die groeinorm aan het personeel beloofd! Dat is gewoon een klap in het gezicht van het personeel.” Geen tijd te verliezen volgens haar, omdat op 7 november een betoging gepland stond van het zorgpersoneel met als titel ‘wachten kan niet meer.’
Irina De Knop van haar kant nam Jan Bertels op de korrel: “Partijen, waaronder de uwe, zijn aan zet om een regering te vormen. Neem zelf uw verantwoordelijkheid en misbruik de Algemene Raad niet om uw gezondheidsbudget te realiseren zonder hervormingen.”
Het laatste woord was aan Jan Bertels zelf die Irina De Knop van repliek diende: “Ik zou willen vragen dat u er het investerings- en hervormingsprogramma dat wij samen in de vorige regering hebben doorgevoerd, eens op naslaat.” Om daarop nog een laatste keer Alexander De Croo op te roepen om bij te dragen tot de zekerheid “waar patiënten en zorgverleners nu nood aan hebben. (…) Laten we werk maken van dat akkoord, laten we het algemeen belang vooropstellen en niet het partijbelang, mevrouw De Knop.”