De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) wil dat gemeenten meer kunnen doen om de verkoop van ongezonde voeding te beperken. Dat schrijft Het Nieuwsblad vrijdag en de woordvoerder van VVSG bevestigt dat. De vereniging richt zich met haar oproep op zowel de Vlaamse als federale regering.

In januari bleek uit een studie van gezondheidsinstituut Sciensano dat de voedselomgeving rond scholen in Vlaanderen vandaag te ongezond is. Tussen 2008 en 2020 moesten volgens de studie  steeds meer traditionele, lokale winkels zoals groente- en fruitwinkels en bakkers plaats maken voor fastfoodrestaurants en gemakswinkels. Die toename lijkt vooral een negatieve invloed te hebben op de gewichtsstatus van kinderen tot 12 jaar. 

Volgens VVSG kunnen lokale besturen momenteel niets doen om verkopers van ongezonde voeding in de buurt van scholen te weren. "Het probleem is dat gemeenten bij het geven van een vergunning aan horeca geen onderscheid kunnen maken tussen gezonde en niet-gezonde voeding", verklaart woordvoerder Nathalie Debast. Dat komt door Europese wetgeving, die de vrijheid van handel bepaalt.

Debast erkent dat het moeilijk is om alle fastfoodrestaurants en gemakswinkels in de buurt van een school te weren. "Een schoolomgeving is nu eenmaal ook een leefomgeving, maar het probleem is dat een lokaal bestuur helemaal niets kan doen", zegt ze. "Een gemeente moet een beleid kunnen voeren op dat vlak."

De VVSG richt zich tot verschillende ministers, op zowel Vlaams als federaal niveau. Het is de bevoegdheid van onder meer federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits of de minister bevoegd voor Vergunningsbeleid en dat is Zuhal Demir, klinkt het.