In het federaal parlement stelde Jeroen Bergers (N-VA) zijn allereerste vraag aan minister Bernard Quintin (Veiligheid en Binnenlandse Zaken), over het taaltoezicht in de Brusselse zorgsector. Weer eens een recent tragisch geval uit Roosdaal (Vlaamse rand) vormde de aanleiding.
Bergers haalde de tragische casus van de overleden baby Cisse aan, waarbij de ouders in Brussel geen Nederlandstalige hulp kregen, noch bij de MUG, noch in het ziekenhuis. “Toen de MUG vanuit Brussel in Roosdaal in de Vlaamse rand aankwam, zat er niemand in die Nederlands sprak. Ook toen Cisse werd overgeplaatst naar het kinderziekenhuis in Brussel, kon geen enkele arts in het Nederlands aan de ouders en de grootouders vertellen waarom ze hun zoontje waren kwijtgeraakt. Zulke verhalen breken mijn hart, omdat ik het een ware schande vind dat in 2025 mensen nog altijd niet in het Nederlands kunnen worden geholpen in onze hoofdstad, in Brussel. Dat zorgt ook voor problemen, want mensen kunnen niet duidelijk aan artsen vertellen wat hun symptomen zijn.”
Bergers wees op het recente meldpunt voor taalklachten in de Brusselse zorg, gelanceerd door de Vlaamse Volksbeweging en minister Ben Weyts, dat reeds meer dan 100 klachten ontving in vier dagen. Hij onderstreepte dat rechtszaken nodig zijn om basisrechten af te dwingen en dat de federale overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen, conform het regeerakkoord dat een strengere handhaving van de taalwetgeving en tweetalige dienstverlening in Brusselse zorginstellingen voorziet. Het N-VA-kamerlid vroeg de minister naar concrete maatregelen en of hij contact zal opnemen met het Vlaamse middenveld en minister Weyts.
Toepassing taalwetgeving = kwaliteitsvolle zorg
Minister Quintin (MR) erkende het belang van taal en stelt dat patiënten in Brusselse ziekenhuizen met zorgverleners moeten kunnen communiceren. “Het is een Franstalige bijna-tweetalige die dat zegt. Ik hecht daar veel belang aan. U zult begrijpen dat ik hier geen uitspraak zal doen over de casus die u aanhaalt. Het regeerakkoord is duidelijk, patiënten in Brusselse ziekenhuizen moeten kunnen 2024 communiceren met de zorgverlener en ook omgekeerd. Dat is essentieel om patiënten de zorg te bieden die ze nodig hebben.”
Quintin verzekerde dat de regering zal toezien op de naleving van de taalwetgeving, zodat patiënten in hun eigen taal behandeld kunnen worden dankzij tweetalige diensten. Hij wees op de mogelijkheid om klachten in te dienen bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en was op de hoogte van het Vlaamse meldpuntinitiatief. De minister onderstreepte dat kwaliteitsvolle zorg een juiste toepassing van de taalwetgeving impliceert.
EHBNO
Bergers toonde vertrouwen in de uitvoering van het regeerakkoord. Hij noemde het UZ Jette als een positief voorbeeld van tweetalige dienstverlening. Verder deelde hij nog een anekdote over het uitdelen van Nederlands-Franse basiszinnen in een Brussels testdorp: “Ik deelde ooit met het Taal Aktie Komitee eerste hulp bij Nederlandstalige onkunde (EHBNO) uit in een coronatestdorp in Brussel waar men dezelfde problematiek had. Dat lijkt polariserend, het lijkt alsof we daarmee controverse opzochten, maar eigenlijk waren die hulpverleners heel dankbaar, omdat ze eindelijk een pamflet hadden met een aantal basiszinnen in het Frans en de vertaling in het Nederlands, zodat zij de mensen die hulp nodig hadden, konden helpen.”
Jeroen Bergers concludeerde dat er ‘wil tot actie is’ bij de zorgsector en de regering.
> Nieuw Vlaams meldpunt Brusselse ziekenhuizen die taalwetgeving overtreden