Behandelingen op basis van monoklonale antilichamen blijken niet effectief tegen de nieuwe, steeds dominantere varianten van Covid. Daarvoor waarschuwt het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) vrijdag. Talrijke monoklonale antilichamen bewezen in het verleden wél hun effect en werden door injectie of via infuus in ziekenhuizen ingediend tegen eerdere coronavarianten.
Het EMA zegt vrijdag dat ze niet meer efficiënt lijken bij nieuwere, dominante varianten. Uit labotests blijkt dat ze slechts weinig effectief zijn bij de varianten omikron BA.4.6, BA.2.75.2 en XBB. "Ze slagen er ook niet meer in om op significante wijze de varianten BQ.1 en BQ.1.1, die dominant zijn bij de volgende golven over heel Europa, te neutraliseren.
De belangrijkste behandelingen met antilichamen zijn Evusheld van AstraZeneca, Ronapreve van Roche et Xevudy van GSK en Vir.
Antivirale behandelingen zoals Paxlovid van Pfizer zouden wél effectief werken bij de nieuwere varianten.
Monoklone antilichamen konden bij eerdere golven de kans op hospitalisatie of overlijden verminderen met 80 procent, maar werden minder effectief naarmate het virus bleef muteren.
Terwijl eerdere varianten zoals alfa en delta uiteindelijk uitstierven, domineerde omikron in 2022 en naar verwachting ook in 2023. Typen BA.4 en BA.5 hebben bijgedragen aan een toename van het aantal nieuwe gevallen van de ziekte in Europa en de Verenigde Staten in de afgelopen maanden.
Alle omikronvarianten hebben neiging een tragere ontwikkeling van de ziekte met zich mee te brengen, doordat ze zich minder in de longen vestigen maar eerder aanwezig zijn in de bovenste luchtwegen. Hierdoor veroorzaken ze enkel symptomen als koorts, vermoeidheid en verlies van geur.
