België moet investeren in Defensie, maar dat mag niet ten koste gaan van de middenklasse en de sociale zekerheid. Daar waarschuwt oppositiepartij PS maandag voor in een persbericht.
De bokkensprongen van de Amerikaanse president Donald Trump maakten de afgelopen weken helder dat Europa niet langer onder de militaire paraplu van de VS kan schuilen. Binnen de federale regering is het al een tijdje duidelijk dat de NAVO-norm van 2 procent van het bruto binnenlands product veel vroeger gehaald moet worden dan 2029, de streefdatum die nu in het regeerakkoord staat. Minister van Defensie Theo Francken (N-VA) wil tegen de NAVO-top van deze zomer al 2 procent van het bbp aan het leger uitgeven.
De Franstalige socialisten verzetten zich niet tegen die versnelling, maar benadrukken wel dat het geld niet van de sociale zekerheid kan komen. "De PS weigert categoriek dat de investeringen gebeuren op kap van de middenklasse, de werknemers, de gepensioneerden, de gezondheidszorg of het essentiële sociale beleid", klinkt het maandag in een persbericht.
De oppositiepartij is ook geen fan van het defensiefonds. Het regeerakkoord vermeldt de creatie van zo'n fonds om de nodige investeringen mee te helpen financieren. De verkoop van een aantal participaties van de federale overheid, bijvoorbeeld in BNP Paribas of Ethias, kan dat potje mee spekken. Maar privatiseringen "verzwakken de overheid", vindt de PS.
De socialisten kijken naar andere pistes, zoals het aanslaan van de in ons land bevroren Russische tegoeden. In de vorige regeerperiode ging 1,7 miljard euro aan belastingen op de winst op de herbelegging van dat geld naar een Oekraïnefonds, maar voor de PS moet er nu "verder worden gegaan". De partij pleit ook voor een beurstaks voor bedrijven die van de oorlog profiteren.