De Bvas is er niet over te spreken dat minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) de honoraria voor vaccinatie tegen covid-19 al op 18 juli liet ingaan, terwijl het Verzekeringscomité tot 25 juli de tijd had om met de regeling in te stemmen. In een brief aan de minister doet voorzitter Johan Blanckaert zijn beklag over de gang van zaken.

Groot was de verbazing van Bvas-voorzitter Johan Blanckaert toen hij op 29 juli op de website van het Riziv las dat de honoraria voor vaccinatie tegen covid-19 die artsen, apothekers en verpleegkundigen mogen worden aangerekend sinds 18 juli. “Vreemd”, zegt Johan Blanckaert, “want de leden van het Verzekeringscomité werden in de week van 18 tot en met 25 juli schriftelijk bevraagd over het ontwerp van Koninklijk Besluit dat de honoraria vastlegt. Over het resultaat van de stemming werd tot op heden niet officieel gecommuniceerd. De vier afgevaardigden van de Bvas in het Verzekeringscomité stemden alvast resoluut tegen het ontwerp van KB.”

In een brief aan minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke is Johan Blanckaert niet mild voor de minister. Hij hekelt dat de minister noch het Riziv het resultaat van de stemming hebben afgewacht om het KB in werking te laten treden. “Dat gebeurde al op de dag dat de schriftelijke stemming van start ging. Een doorgestoken kaart met andere woorden”, aldus Blanckaert. “Deze gang van zaken getuigt niet enkel van misprijzen voor het overlegmodel, het toont ook aan dat u eigenzinnig en eenzijdig uw wil wenst op te leggen aan partners zoals de Bvas die – wellicht tegen beter weten in – geloven in de zin van overleg. U maakt het ons echter bijzonder moeilijk om dat geloof te behouden.”