Volgens het laatste rapport van UNAIDS raakten in 2016 wereldwijd 1,8 miljoen mensen geïnfecteerd met hiv. In 2015 waren er dat 2,1 miljoen. Het document leert dat het aantal nieuwe infecties en sterfgevallen daalt en dat het percentage patiënten dat toegang krijgt tot een antiretrovirale behandeling overal stijgt, behalve in “Oost-Europa en Centraal-Azië”.

In 2014 heeft UNAIDS zijn doelstellingen voor 2020 samengevat met de formule “90-90-90”: 90% van de hiv-geïnfecteerden is op de hoogte van de diagnose, 90% van de seropositieve mensen die hun diagnose kennen, krijgt een behandeling en 90% van de behandelde patiënten heeft een onmeetbaar lage virale belasting en dreigt het virus dus nagenoeg niet over te dragen.

Het rapport toont dat in 2016 vooruitgang is geboekt in het realiseren van de doelstellingen voor 2020: naar schatting is 70% van de hiv-geïnfecteerden op de hoogte van de diagnose; 77% van de mensen die weten dat ze seropositief zijn, wordt behandeld en 82% van de behandelde patiënten heeft een onmeetbaar lage virale belasting. Het percentage kinderen dat wordt behandeld, is nog te laag en was in 2016 maar 43%.

Een recordaantal van 19,5 miljoen mensen heeft in 2016 een antiretrovirale behandeling gekregen (tegen 18,2 miljoen in 2015). Dat stemt overeen met 53% van de hiv-geïnfecteerden. Voor de allereerste keer sinds we weten dat het beter is onmiddellijk te behandelen zodra een patiënt seropositief blijkt te zijn, wordt nu dus een meerderheid van die patiënten behandeld.

De resultaten zijn vooral slecht in de Russische Federatie, die goed is voor drie kwart van de nieuwe infecties in “Oost-Europa en Centraal-Azië”. Ook in West- en Centraal-Afrika is minder vooruitgang geboekt dan elders in Afrika.