Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) is voorstander van een vroegere opstart van re-integratietrajecten voor zieke werknemers, al ligt de bevoegdheid daarvoor wel bij de minister van Werk. Dat zegt haar kabinet in een reactie op een studie van HR-bedrijf Acerta, waaruit blijkt dat de nieuwe regeling rond re-integratie niet goed werkt. Momenteel kunnen werkgevers het formele traject pas opstarten als de werknemer vier maanden ziek is, maar dat is volgens Acerta te laat.
Het middellange ziekteverzuim - tussen een maand en een jaar afwezigheid - is het afgelopen jaar opnieuw toegenomen in België, blijkt uit het onderzoek van Acerta. Nochtans is er sinds eind 2016 een nieuwe regeling voor re-integratie, om zieke werknemers sneller terug aan de slag te krijgen.
Volgens het HR-bedrijf zit er een hiaat in de wet: de werkgever mag het formele re-integratietraject nu pas opstarten als de werknemer al vier maanden ziek is. Acerta vindt dat het vroeger zou moeten kunnen, en dat de werkgever eigenlijk vanaf dag één al in contact moet staan met de werknemer. Dat kan bijvoorbeeld met een 'verzuimcoach' naar Nederlands voorbeeld.
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block vindt dat de re-integratietrajecten inderdaad vroeger zouden moeten starten. Maar dat behoort tot de bevoegdheden van de minister van Werk, laat haar kabinet weten. Maar los daarvan kan een werkgever nu wel al stappen ondernemen om in contact te blijven en de re-integratie te bevorderen, klinkt het. Het kabinet-De Block benadrukt ook dat er al maatregelen zijn genomen, zoals de vernieuwde vragenlijst die de ziekenfondsen na acht weken ziekte opsturen.
Tot slot stipt het kabinet-De Block nog aan dat de hervormingen wel een effect hebben gehad. Zo is er sinds 2014 een duidelijke stijging van het aantal toelatingen om gedeeltelijk terug aan de slag te gaan, en zit het aantal herscholingstrajecten onder begeleiding van een arts in de lift, klinkt het.
Laatste reacties
Johan VAN RAFELGHEM
18 april 2019Het gebrek aan mensen en middelen bij de adviserend-artsen maakt dat de initiatieven van mevrouw De Block gedoemd zijn om te mislukken. Het gebrek aan adviserend-artsen en aan ondersteuning is zo erg dat zelfs nog maar de controle op arbeidsongeschiktheid niet meer ingevuld raakt en het eerste contact met de adviserend arts pas 5 tot 6 maanden (soms nog later) na het begin van de ongeschiktheid valt. De druk op de adviserend-artsen is zo hoog dat ze onvermijdelijk zal leiden tot een cascade van burn-outs en een toenemend disfunctioneren van de diensten. De adviserend-artsen hebben herhaalde pogingen gedaan om dit probleem aan te kaarten (ook op het kabinet) maar werden telkens geconfronteerd met het “er is geen geld” argument en het spreekwoordelijke kastje naar de muur verhaal. Iedereen wijst naar de andere en er gebeurt niets.
Exit re-integratie.