Vier professoren huisartsgeneeskunde nemen stelling tegen prestatiegeneeskunde

Een opmerkelijk opiniestuk vandaag in De Morgen. Professoren huisartsgeneeskunde van de vier Vlaamse universiteiten rekenen af met de betaling per prestatie en pleiten voor een snelle verschuiving naar een meer forfaitair betalingssysteem.

Birgitte Schoenmakers, Johan Wens, Johan Vansintejan en Peter Decat, professoren huisartsgeneeskunde van respectievelijk KU Leuven, UAntwerpen, VUB en UGent publiceren vandaag een opiniestuk onder de titel “De perverse effecten van betaling per prestatie in de gezondheidszorg”. 

Ze reageren op de getuigenis van een anonieme stagiaire geneeskunde die in De Morgen van afgelopen zaterdag vragen stelde bij de heupoperatie van een fragiele 95-jarige man die twee uur na de ingreep overleed. “Was het aangewezen om deze patiënt te opereren en had het prestatiegericht verloningssysteem invloed op de keuze om deze risicovolle beslissing te nemen?”  

De vier hoogleraren delen de bezorgdheid van de studente. “Een zorgsysteem dat hoofdzakelijk gebaseerd is op prestatiefinanciering kan de kwaliteit van zorg ondergraven, de efficiëntie in het gedrang brengen en de kernwaarden van het artsenberoep uithollen,” schrijven ze. In België, zo stellen ze vast, is er een overconsumptie van heelkunde, technische prestaties en beeldvorming die de gezondheid van patiënten en het zorgbudget schaden. 

Maar ook in de huisartsgeneeskunde is er nood om vaart te zetten achter de hervormingen van het betalingssysteem: “De betaling van huisartsen per prestatie kan perverse prikkels creëren die de focus verleggen van patiëntenzorg naar productiviteit,” staat er in het opiniestuk. Patiënten met complexe noden dreigen minder aandacht te krijgen omdat ze meer tijd en energie vergen zonder evenredige financiële compensatie, aldus nog de vier professoren.

“Het is tijd voor een verschuiving naar een meer forfaitair betalingssysteem, waarbij artsen een vast bedrag per patiënt ontvangen, afhankelijk van zorgzwaarte en populatiekenmerken,” besluiten de vier professoren. Met de New Deal zet de overheid stappen in die richting. “Volgens ons mag dit sneller, massaler en in alle geledingen van de gezondheidszorg.”

> Klik hier voor de vrije tribune

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Eric VAN DER MEERSCHE

    28 maart 2025

    Hopelijk lezen onze heren professoren het artikel van collega Dr SAM WARD. Ze kunnen nog iets bijleren over de huisartsgeneeskunde en de visie van gemotiveerde , gedreven,enthousiaste huisartsen die er zijn voor hun patienten.

  • Walter VAN ROMPAEY

    28 maart 2025

    Een interessante denkpiste maar ik heb hierbij toch enkele opmerkingen waaronder de volgende :
    het is voor u misschien van minder belang maar zou het kunnen dat zo een verregaande forfaitarisering niet langer compatibel is met het statuut van zelfstandige (laat staan met een vennootschap) waarbij inderdaad een variabel inkomen een van de voorwaarden is . De artsen zouden dan in het beste geval werknemers worden , hopelijk nog met enkele voordelen doch absoluut geen ambtenaren wegens volledig onbetaalbaar .

  • Benny VAN BRUWAENE

    28 maart 2025

    Ik treed de professoren huisartsgeneeskunde bij. Prestatiegeneeskunde verhoogt het aantal nodeloze akten waardoor de tijd voor klinische zorg in het gedrang kan komen. Bovendien is prestatiegeneeskunde een belangrijke reden waarom in België significant meer medicatie (psychofarmaca, antibiotica) wordt voorgeschreven dan in Nederland. Verlenging en wijziging voorschriften zijn recurrente prestaties die weinig tijd vragen. Ook voorschriften technische onderzoeken laten toe om een consultatie snel af te sluiten en een repeat consultatie te bekomen. Niet alle artsen zijn even gevoelig voor het pecuniaire aspect. Het zou interessant zijn om de kost per patiënt (direct en indirect door voorschrift) gewogen voor geslacht en leeftijd in België te kennen. Vooral de spreiding van de kost over de artsen kan vergeleken worden met noordelijke landen. Om niet in het andere extreem te vervallen zoals in UK en Nederland, moet men 40 % van de prestatievergoeding behouden tegenover 60 % voor forfaitaire pathologiefinanciering. Een gemengd systeem zal op geen enkele manier de inzet van de arts verminderen maar de incentive voor snelle prestaties zal wel wegvallen.

  • Walter VAN ROMPAEY

    28 maart 2025

    Gelooft u echt dat men u het statuut van ambtenaar zal gunnen ?

    Van Rompaey Walter

  • Rodolphe Liagre

    27 maart 2025

    De perverse prikkels van de betaling per prestatie is een slag in het gezicht van veel huisartsen.
    Het is duidelijk dat "links" hen liever als ambtenaren zou behandelen dan als enthousiaste zelfstandigen.

  • Philippe MOENS

    27 maart 2025

    goed voorstel om overconsumptie tegen te gaan

  • Sam Ward

    27 maart 2025

    Een pleidooi voor betaling per prestatie: waarom incentives essentieel zijn voor kwaliteit en toegang tot zorg
    Het recente opiniestuk in De Morgen van vier professoren huisartsgeneeskunde pleit voor een snelle en brede overstap naar een forfaitair betalingssysteem, als reactie op de vermeende “perverse effecten” van prestatiegerichte verloning. Hoewel hun zorgen legitiem lijken, is een stelselmatig pleidooi tégen prestatieverloning kortzichtig en potentieel schadelijk voor de kwaliteit, efficiëntie en toegankelijkheid van onze gezondheidszorg. Hieronder wordt geargumenteerd waarom prestatiegerichte verloning, mits goed georganiseerd, superieur is aan een forfaitair systeem.

    1. Prestatieverloning beloont inzet, flexibiliteit en efficiëntie
    Een arts die meer patiënten ziet, sneller werkt, of zich inzet voor spoedgevallen, hoort daarvoor beloond te worden. Prestatieverloning erkent die inzet, terwijl een forfaitair systeem iedereen over dezelfde kam scheert, ongeacht inzet, complexiteit of werklast. Dat is niet alleen demotiverend, het leidt ook tot een nivellering naar beneden, waarbij artsen net ontmoedigd worden om harder te werken.

    Incentives werken. In de meeste sectoren wordt dit als vanzelfsprekend beschouwd. Waarom zou de gezondheidszorg daar uitzonderlijk in moeten zijn?

    2. Forfaitaire systemen leiden tot wachttijden, tragere zorg, en bureaucratie
    Een treffend voorbeeld is het Verenigd Koninkrijk met haar National Health Service (NHS). In dit volledig gefinancierde, forfaitair georganiseerde systeem zijn de wachttijden voor consultaties, onderzoeken en operaties vaak onaanvaardbaar lang. Niet uit onwil van artsen, maar omdat het systeem niet beloont om méér te doen.

    De NHS heeft in 2024 recordlange wachttijden gekend, met miljoenen patiënten op wachtlijsten.
    Veel huisartsen in de NHS beperken hun agenda tot een vast aantal patiënten per dag. Er is geen incentive om extra te presteren.

    Portugal, dat grotendeels met een forfaitair basispakket werkt binnen de publieke sector, heeft vergelijkbare problemen: overbelasting, rigiditeit, en een stijgende privatisering omdat artsen zich niet meer kunnen vinden in het systeem dat inzet niet beloont.

    3. Complexe zorg vereist maatwerk – prestatieverloning maakt dat mogelijk
    Het argument dat prestatieverloning geen ruimte laat voor patiënten met complexe noden is een karikatuur. Het probleem ligt niet bij het betalingssysteem zelf, maar bij de gebrekkige verfijning ervan. Met een goed geoptimaliseerd fee-for-service model waarin tijdsduur, casemix en zorgzwaarte correct vergoed worden, kan zorg op maat perfect beloond worden.

    Forfaits daarentegen riskeren om complexe patiënten te ontmoedigen omdat ze “verlieslatend” zijn binnen een vast budget, wat leidt tot selectie van patiënten of minder betrokkenheid.

    4. Transparantie en responsabilisering
    Prestatieverloning maakt de zorg meetbaar en transparant. Er wordt duidelijk wat er gebeurt, wanneer en door wie. Forfaitaire systemen creëren eerder een black box, waar prestaties minder zichtbaar zijn en responsabilisering verdwijnt. In een systeem dat steeds meer onder publieke en politieke druk staat, is dat riskant.

    5. Misbruik is geen gevolg van het systeem, maar van het ontbreken van controle
    Het aanhalen van één anonieme getuigenis rond een heupoperatie bij een 95-jarige patiënt is emotioneel geladen maar onvoldoende om een heel systeem te veroordelen. Er zijn altijd excessen, maar die moeten aangepakt worden door kwaliteitscontrole, medische deontologie en evaluatiecomités, niet door het hele systeem af te schaffen.

    Het is een vals dilemma: kwaliteit of prestatie. We kunnen én moeten streven naar een systeem dat kwaliteit en activiteit beloont.

    6. Innovatie en drive ontstaan niet uit een vast loon
    Wie in een forfaitair systeem zit, heeft minder prikkels om te innoveren, extra uren te draaien, of bij te scholen. In een prestatiegericht systeem zie je duidelijk dat artsen sneller mee zijn met nieuwe technieken, zich vaker specialiseren, en zich inzetten om betere zorg te leveren.

    De dynamiek van competitie en prestaties zorgt ervoor dat zorginstellingen en zorgverstrekkers blijven streven naar verbetering. Een forfaitair systeem streeft eerder naar stabiliteit en kostenbeheersing, wat innovatie vaak belemmert.

    Conclusie
    In plaats van prestatieverloning af te schaffen, moeten we inzetten op intelligente incentives, gekoppeld aan kwaliteit, complexiteit, én productiviteit. De zorg is geen productie-eenheid, maar ze is ook geen vrijblijvend gegeven. Artsen verdienen het om naar waarde en inzet betaald te worden. Zoals in alle sectoren is waardering via prestatie een logisch en gezond uitgangspunt.

    De keuze is niet tussen "meer geld voor meer handelingen" of "een rechtvaardig systeem". De echte uitdaging is een geïntegreerd model dat artsen motiveert, patiënten centraal stelt, en verspilling tegengaat. Dat model zal altijd elementen van prestatieverloning bevatten.

  • Jozef GOBERT

    27 maart 2025

    Ik heb in mijn lange carrière als huisarts nog nooit een 95 jarige geopereerd aan een heup. Moet ik me aangesproken voelen door een voorbeeld dat niets met mijn activiteit te maken heeft?Huisartsen doen nu zeer veel gratis en aangezien gratis sinds Stevaert niet echt bestaat doen wij dat natuurlijk ten koste van onze eigen tijd. Aan een fatsoenlijk uurloon zou ik gezien mijn gepresteerde uren uit moeten komen op 24000 euro per maand. Tot mijn verbazing verdien ik dat niet. Als een forfaitair systeem daar gaat voor zorgen wil ik zeker meedenken

  • Georges OTTE

    27 maart 2025

    Deze proffen schieten blijkbaar pas in gang na een publieke wake-up call van een anonieme studente. Waarom anonyme? Is er sprake van gevaar ? Is de boodschap dan zo aangebrand dat er vier proffen nu pas de hand in eigen boezem durven steken. Het gaat hier om een stukje patronage toneel met zeer hoog manipulatief karakter.

  • Philippe NEUVILLE

    27 maart 2025

    mijn praktijk bestaat momenteel voor ongeveer 50 % uit 'nieuwe Belgen' die voor de minste snotneus of pijntje reeds op consultatie komen Wanneer ze niet 'direct' een afspraak kunnen krijgen lopen ze naar de spoedopname. Velen van hen hebben elke week wel iets. Als je daar de zeer beperkte financiële rem wegneemt vrees ik dat er nog veel meer consumptie zal komen, dan wel niet meer vergoed maar gratis en voor niets bij het overschot van werk dat de huisartsen en de spoedartsen al hebben. Dit ten koste van de beschikbare 'zorg-uren' die voor het echte werk nodig zijn. Forfaitare geneeskunde zal het zorgaanbod nog meer doen toeslibben en overlopen dan nu al het geval is. ...

  • Karel ANSEEUW

    26 maart 2025

    **Waarom forfaitaire geneeskunde geen wondermiddel is – en soms zelfs schadelijk**

    De roep om een verschuiving van prestatiegeneeskunde naar forfaitaire financiering klinkt steeds luider. Voorstanders beweren dat het systeem overconsumptie tegengaat en samenwerking bevordert. Maar forfaitaire geneeskunde is geen garantie op betere of goedkopere zorg. Internationale voorbeelden, Belgische praktijkervaringen en objectieve cijfers tonen ernstige nadelen.

    ### 1. Buitenlandse voorbeelden tonen structurele problemen
    In het Verenigd Koninkrijk werkt de NHS grotendeels forfaitair: huisartsen worden betaald per ingeschreven patiënt. Resultaat? Lange wachttijden, hoge werkdruk, lage patiënttevredenheid. In Spanje en Zweden spelen gelijkaardige problemen: ondercapaciteit, regionale kwaliteitsverschillen, trage toegang tot zorg. (Bronnen: OECD, WHO Europe)

    ### 2. Belgische forfaitaire praktijken zijn niet goedkoper
    Forfaitaire medische huizen krijgen een vast bedrag per patiënt per maand. Volgens Riziv (2022) kost een patiënt gemiddeld 614 euro/jaar in forfaitaire praktijken tegenover 590 euro in klassieke. Het KCE (2023) bevestigt dat de kosteneffectiviteit beperkt is, zeker buiten steden. De hogere kosten zijn deels toe te schrijven aan extra administratieve lasten en minder efficiënt gebruik van middelen.

    ### 3. Onderconsumptie en het weren van complexe patiënten
    Een vast bedrag stimuleert kostenbeperking. Complexe patiënten – chronisch zieken, ouderen, mensen met psychische problemen – worden soms geweerd of doorgeschoven. Artsen signaleren dat ze vaker 'ontwijkpatiënten' van medische huizen opvangen. Een studie in 'Huisarts Nu' (2010) merkte minder voorschriften en ziekenhuisopnames op, maar stelde ook risico's op onderconsumptie vast.

    ### 4. Fraude en perverse prikkels
    Het forfaitaire model bevat inherente risico’s op misbruik. Omdat praktijken een vast bedrag ontvangen per ingeschreven patiënt – ongeacht de werkelijke zorgbehoefte of geleverde prestaties – ontstaat er een perverse prikkel om zoveel mogelijk patiënten in te schrijven met minimale inspanning.

    Audits door de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle (DGEC) in 2021 toonden aan dat sommige forfaitaire medische huizen structureel te weinig consultaties verrichtten per patiënt. In bepaalde gevallen werd zelfs vastgesteld dat er maandenlang geen contact plaatsvond tussen arts en patiënt, ondanks doorlopende betaling. In combinatie met personeelstekorten leidde dit tot uitgestelde zorg, lange wachttijden en ondermaatse opvolging van chronische aandoeningen.

    De overheidscontrole op deze centra is bovendien beperkt. Door het ontbreken van individuele prestatiegegevens is het moeilijker om na te gaan of er effectief zorg werd geleverd. Hierdoor blijft fraude of zorgverwaarlozing soms jarenlang onder de radar. Deze structurele kwetsbaarheid vereist dringend betere transparantie, controlemechanismen en sancties waar nodig.

    ### 5. Nuance: forfaitaire zorg wél nuttig in specifieke contexten
    In stedelijke gebieden met kwetsbare populaties kan een forfaitair model voordelen bieden: teamzorg, basistoegang, taalondersteuning. Maar het systeem werkt niet overal even goed en mag niet blind worden uitgebreid zonder rekening te houden met regionale noden en artsenbeschikbaarheid.

    ### Conclusie
    Forfaitaire geneeskunde is geen wondermiddel. In theorie aantrekkelijk, maar in de praktijk vaak duurder, inefficiënt en risicovol voor kwetsbare patiënten. Een hybride aanpak – vrije geneeskunde waar mogelijk, forfaitair waar nuttig – biedt de beste garanties. Transparantie, controle en ondersteuning zijn daarbij essentieel.

  • Walter VAN ROMPAEY

    26 maart 2025

    Het is duidelijk geen toeval dat het opiniestuk van de vier professoren verschijnt slechts enkele dagen na het initiatief van minister Demir om veel meer huisartsen te gaan opleiden . Blijkbaar is het dus niet de bedoeling dat deze jonge artsen zich gaan vestigen als vrij beroep met betaling per prestatie . Wel integendeel : gans het systeem moet op de schop , alles moet zo snel en volledig mogelijk forfaitair . BVAS heeft ondertussen reeds gepast gereageerd . Ik ben benieuwd naar de reacties van de andere syndicaten .


    Van Rompaey Walter