De regionalisering van de gezondheidszorg wordt opnieuw complexer door het besluit van de Brusselse minister van Volksgezondheid Maron. Een pas gepubliceerd COCOM-decreet over de steun aan multidisciplinaire praktijken en jonge artsen maakt een einde aan de Impulseo-maatregel voor het Brusselse Gewest. Het zou op 27 februari van kracht worden.
Voor Jean-Noël Godin, directeur van het syndicaat GBO, is dit decreet onaanvaardbaar: "Het is alleen maar gunstig voor multidisciplinaire structuren. De GBO is daar niet tegen, maar betreurt dat andere praktijken zoals solopraktijken worden achteruitgesteld: voor de GBO moeten alle praktijken worden gesteund. Dit zal jonge artsen die zich in Brussel willen vestigen, niet helpen. Bovendien heeft de nieuwe generatie de neiging verschillende praktijken in monodisciplinaire structuren op te zetten en die worden niet begunstigd door het nieuwe decreet van minister Maron.
Voor Godin zal dit de situatie niet verbeteren vermits er in de hoofdstad al een artsentekort is. Het risico bestaat dat indirect wie op basis van een vast honorarium werkt, wordt bevoordeeld ten opzichte van wie op basis van prestaties werkt. Dit zal de start van nieuwe artsen niet ten goede komen.
Doktersvlucht?
Een ander fenomeen is mogelijk bij dit decreet: "Sommige artsen zullen zich welicht in de onmiddellijke periferie van Brussel vestigen, aan de Waalse kant, waar nog solopremies zullen bestaan. Jean-Noël Godin herinnert eraan dat de GBO multidisciplinaire praktijken steunt, maar "wij zijn er ook om alle artsenpraktijken te steunen, zoals solo's en monodisciplinaire groepspraktijken. Veel jonge artsen werken samen zonder in medische huizen te werken. Er is een duidelijke discriminatie.
Meer steun voor installatie
Alain Maron, Brussels minister van Volksgezondheid: "De huidige hervorming wil meer steun verlenen voor de installatie van groepspraktijken, op basis van een prestatievergoeding of forfaitaire verloning. Met blijvende steun voor de start van jonge artsen in wijken die met een tekort kampen. De middelen zullen worden gewaarborgd en uitgebreid om reële steun te kunnen bieden aan starters na overleg met jonge artsen. Het is waar dat wij met deze hervorming overstappen van een logica van bonussen die zonder rechtvaardiging worden toegekend, naar een logica van subsidies, met een beter zicht op wat met overheidsgeld wordt gedaan.
Tussen 15.000 en 225.000 euro
Om voor financiering in aanmerking te komen, moet de jonge arts op het ogenblik van zijn start geïnstalleerd zijn in een huisartsenarme zone. De arts moet duidelijk maken hoe hij de opdrachten van de eerstelijnszorg zoals omschreven in hoofdstuk II van het besluit van 4 april 2019 over het eerstelijnszorgbeleid wil uitvoeren. En eveneens, in voorkomend geval, de articulatie van deze opdrachten in de context van de samenwerkingsverbanden en de hulpmiddelen bedoeld in artikel 7 van dit besluit. Dat, gepaard met een budget waarin de bestemming van de geplande uitgaven en de noodzaak ervan in het kader van zijn start worden gespecificeerd, een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk zijn, werken binnen het tarievenakkoord, ten minste één SUMEHR hebben gepubliceerd op het Brussels Gezondheidsnetwerk en zijn aanvraag indienen uiterlijk 6 maanden na de startdatum. Het college legde het steunbedrag voor de start vast op 15.000 euro.
De multidisciplinaire structuur die onder meer beschikt over 4 praktijkvoerende artsen die werken binnen de multidisciplinaire structuur met een minimum van elk een derde voltijds equivalent, beschikt over minstens 2 erkende artsen met de bijzondere beroepstitel van huisarts, onder wie 1 jonge arts, die een permanentie huisartsgeneeskunde van minstens 50 uur per week inhoudt:
- krijgt 225.000 euro voor multidisciplinaire structuren in een huisartsenarme zone
- krijgt 150.000 euro voor multidisciplinaire structuren die niet liggen in een huisartsenarme zone.
Het kabinet herinnert eraan dat dit hervormingsproject in de eerste helft van 2021 aan alle artsensyndicaten is voorgelegd. Een aanvullende vergadering met minister Maron en vertegenwoordigers van de huisartsgeneeskunde is voor de komende dagen gepland. Het kabinet van minister Maron herinnert er ook aan dat Vlaanderen deze premie 3 jaar geleden heeft stopgezet. Er is geen uittocht geweest van jonge Vlaamse artsen naar Brussel.