Nieuw akkoord: wat doet u als u niet toetreedt?

Het nieuwe akkoord artsen-ziekenfondsen 2016-2017 staat sinds 27 januari in het Staatsblad. Hoe deconventioneert u? En wat houdt de bijkomende voorwaarde in voor de toekenning van het sociaal statuut?

Over de inhoud van het akkoord kon u meer lezen in de vakbladen De Specialist en Medi-sfeer. Maar wat als u niet wil toetreden? We brengen u  in herinnering wat er dan in de praktijk moet gebeuren. En hoe staat het met een bijkomende voorwaarde om het sociaal statuut te krijgen?

Het akkoord kan worden opgezegd met een ter post aangetekende gemotiveerde brief, gericht aan de voorzitter van de medicomut, Jo De Cock :
- vóór 15 december 2016 door een individuele arts.
Die opzegging is van toepassing vanaf 1 januari 2017.
- binnen 30 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van correctiemaatregelen, of binnen 30 dagen nadat de minister eenzijdig maatregelen nam waardoor de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen wordt gewijzigd.
Die opzegging kan algemeen zijn of beperkt tot bepaalde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen en/of tot bepaalde zorgverleners op wie de besparingsmaatregelen slaan. Dat als de niet in het akkoord opgenomen correctiemaatregelen niet door de artsen zijn goedgekeurd.  Bij van gedeeltelijke opzegging moeten in de aangetekende brief ook de beoogde verstrekkingen of groepen van verstrekkingen en/of zorgverleners nauwkeurig worden vermeld.
Die opzegging is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van de voormelde correctiemaatregelen.

Praktisch
De artsen die weigeren toe te treden tot dit akkoord, maken hun weigering bekend binnen de 30 dagen na de bekendmaking van dit akkoord in het Belgisch Staatsblad :

  • hetzij met een ter post aangetekende brief, gericht aan de NCGZ, (Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Riziv, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel;
  • hetzij elektronisch, via de beveiligde webtoepassing die het Riziv daartoe via het MyRiziv-portaal ter beschikking stelt.

Deze kennisgeving bevat op straffe van onontvankelijkheid volgende gegevens :

RIZIV- identificatienummer
Ik, ondergetekende,
Naam en voornamen : . . . . .
Volledig adres : . . . . .
Hoedanigheid : Algemeen geneeskundige / arts-specialist voor . . . . .
(doorhalen wat niet past)
verklaar dat ik weiger toe te treden tot de bedingen van het op 22 december 2015 gesloten Nationaal Akkoord Artsen - Ziekenfondsen :

Datum :
Handtekening :
 


Bijkomende voorwaarde sociaal statuut

Bvas-voorzitter Jacques de Toeuf en onderzitter Marc Moens wijzen nog op een nieuwigheid, een bijkomende voorwaarde voor de toekenning van het sociaal statuut.

Dat KB werd nog niet gepubliceerd in het Staatsblad. Het gaat om de minimumactiviteit om aanspraak te maken op dat statuut. Sedert 2013 waren hierover al intentieprincipes opgenomen in de akkoorden artsen-ziekenfondsen. "De Bvas heeft zich hiertegen altijd verzet niettegenstaande er artsen waren die jarenlang onrechtmatig genoten van deze voordelen zonder te voldoen aan de nodige activiteitsvereisten. De Bvas heeft hiertegen ten gepaste tijde gereageerd zonder evenwel de situatie uit het oog te verliezen van collegae met een laag activiteitsniveau."

In het jaar van de aanvraag voor het sociaal statuut (2016) moeten de artsen nomenclatuurprestaties verrichten en in het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag voor de sociale voordelen betrekking heeft (2014) moet er minstens een activiteitsdrempel bereikt worden van 25.000 € voor de huisartsen (en voor sommige specialismen). Dit bedrag stijgt volgens het specialisme, tot een maximum van 75.000 €. Voor de artsengroep zonder bijzondere beroepstitel wordt de drempel eveneens op 25.000 € vastgelegd. De artsen in opleiding of wie minder dan 5 jaar erkend is, moet niet aan deze voorwaarde voldoen. U kan de lijst met de verschillende drempelwaarden terugvinden op de website van de Bvas.

De volledig toegetreden artsen die minstens de helft van de drempel bereiken, hebben recht op het verlaagde bedrag van de sociale voordelen: het bedrag voor gedeeltelijk toegetreden artsen. Bij het aftoetsen van deze drempelvoorwaarde worden effecten van arbeidsongeschiktheid, zwangerschapsrust of vaderschapsverlof in mindering gebracht.

Van de gedeeltelijk geconventioneerde artsen is in het KB geen sprake. Vermits deze artsen door het Riziv als geconventioneerd gerepertorieerd worden, zou het logisch zijn dat de bovenstaande regels inzake de drempelactiviteit ook voor hen van toepassing zijn, menen dr. Moens en de Toeuf. "Over de hoegrootheid van het overeenstemmend sociaal statuut dient allicht nog te worden gediscuteerd in de nationale commissie artsen – ziekenfondsen."

Beide artsen raden aan dat, als u de drempel niet bereikt, moet afwegen of het niet beter is om te deconventioneren en om, als uw situatie het toelaat, uw eigen honoraria vast te stellen in plaats van de tarieven van het akkoord te volgen.

P.S.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.