Kartel heeft vorige week een aangetekend schrijven naar medicomut-voorzitter Jo De Cock gestuurd om het akkoord 2016-2017 van rechtswege te ontbinden. Eerder had ook Bvas al aangegeven dat te zullen doen. Beweegreden van beide syndicaten is dat de indexinlevering op 29 december in het Staatsblad gepubliceerd is. De eenzijdig besliste besparingen zitten hen hoog.
In tegenstelling tot Bvas had Kartel er zijn leden tegen het jaareinde niet toe aangespoord individueel te deconventioneren. Kartel oordeelde dat de tariefzekerheid van de patiënt voorop moest staan. Ten hoogste gaf het syndicaat aan dat het artsen die beslisten te deconventioneren, zou begrijpen. Maar nu wordt heeft het Kartel dus de stap gezet om het akkoord van rechtswege te laten ontbinden. Wat met de tariefzekerheid?
“Met onze beslissing geven we juist aan dat we tariefzekerheid voor de patiënt willen”, zegt Kartel-voorzitter Reinier Hueting. “We zijn absolute voorstanders van een akkoord, dat garant staat voor een sociaal gedragen gezondheidszorg. Maar we willen een betrouwbaar akkoord. Wat we nu gezien hebben, is bedrog vanwege de overheid. Dit kan niet.”
Over de tariefzekerheid geeft hij nog dit mee: “Men moet goed het verschil maken tussen een individuele deconventionering en een opzegging van rechtswege. Een collega die individueel deconventioneert, verliest het bedrag van het sociaal statuut. Die collega moet dus zijn tarieven aanpassen om in zijn pensioen te voorzien. Maar bij een opzegging van rechtswege behouden artsen die tot het akkoord waren toegetreden, hun toegang tot het bedrag van het sociaal statuut als ze de sociale tarieven blijven gebruiken. Zo staat het duidelijk in de tekst van het medicomut-akkoord 2016-2017. De betrokkenen kunnen de sociale tarieven dus perfect handhaven en toch verzekerd zijn van een degelijk pensioen.”
Het syndicaat zal in het vervolg extra voorzorgen nemen: “Stel dat de overheid nog eens uitpakt met een spitsvondigheid om aan te tonen dat opzegging van rechtswege niet mogelijk is. Dan zullen we voortaan nog alleen aan de onderhandelingstafel kunnen gaan zitten als er in een duidelijke opzegclausule wordt voorzien, die we door juristen van naaldje tot draadje zullen laten uitpluizen.”