Van maart 2015 tot april 2018 meldden zich in totaal 1.600 patiënten met CVS-klachten bij het enige Belgische referentiecentrum van het UZ Leuven dat hiervoor met het Riziv een overeenkomst afsloot. Die overeenkomst is verlengd met twee jaar, tot eind augustus 2020.
Dat meldt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) in een antwoord op een parlementaire vraag van Anne Dedry (Groen).
Van de 1.600 aangemelde patiënten met klachten in het UZ Leuven in bovenvermelde periode kregen er 700 de diagnose van chronischevermoeidheidssyndroom (CVS) en dit op basis van een multidisciplinair diagnostisch onderzoek. Van die 700 patiënten volgden er 150 het volledige traject van 15 sessies cognitieve gedragstherapie en op dit ogenblik zijn 250 patiënten hiermee nog bezig. Vijftig patiënten verkozen de therapie niet verder te zetten en 40 wilden er zelfs niet mee beginnen. Met deze statistieken gaf minister De Block een huidige stand van zaken rond de aanpak van CVS in het enige Belgische referentiecentrum voor de periode maart 2015 tot april 2018.
Gedragstherapeut essentieel lid
De minister gaf nog mee dat de graduele oefentherapie niet meer wordt toegepast, “omdat die mogelijk schade kan opleveren bij CVS-patiënten”. De effectiviteit van cognitieve gedragstherapie daarentegen zou wel zijn aangetoond en de cognitieve gedragstherapeut is daarom “een essentieel lid van het multidisciplinaire team”. Tot slot zei De Block nog dat er in het buitenland significant meer wetenschappelijke interesse is voor CVS. Een herziening van de diagnostische criteria is op komst. Op basis van wetenschappelijk onderzoek is men blijkbaar ook van plan om de richtlijnen voor de aanpak van CVS te herzien.
Bron: Antwoord op parlementaire vraag 26998, de dato 11/12/2018.