Vorige vrijdag vond op het kabinet-De Block een vergadering plaats rond de audit van de wachtposten. De auditeurs van agentschap Möbius maakten hun resultaten bekend. “Een aantal overwegingen hadden we al eens gehoord”, zegt Kartel/ASGB-voorzitter Reinier Hueting. “En over bepaalde aspecten waren er vanuit de wachtposten vrij schaarse gegevens verzameld. We mogen dan ook niet te snel conclusies trekken.”
“In de werkgroep ‘Wachtposten’ waren we al drie jaar bezig met het uitwerken van standaardiseringscriteria en richtlijnen voor een optimaal gebruik van de middelen”, aldus dr. Hueting. “De conclusies die Möbius vorige vrijdag aankondigde, hadden we dus al grotendeels zelf getrokken. We hebben op de vergadering vooral kanttekeningen gemaakt.”
Werkveld anticipeert
Het is intussen voor iedereen duidelijk dat wachtposten met een kleiner aantal patiëntcontacten meer kosten per contact. De oplossing ligt dan ook voor de hand: kleinere wachtposten moeten zich in een netwerk verenigingen en de kosten delen, bijvoorbeeld op administratief vlak. Zo’n netwerk zou een gebied van 100.000 patiënten bedienen.
“Het is maar de vraag of dat nu zo veel besparingen gaat opleveren”, zegt de Kartel-voorzitter. “Een manager of coördinator die de voorraad beheert en materiaal klaarzet, moet zich sowieso ter plaatse begeven. Overigens is er nu al op het terrein een evolutie aan de gang waarbij alle wachtposten volgens eenzelfde standaardmodel gaan functioneren. En vooral in Wallonië waren er al stappen gezet om kleinere, minder rendabele initiatieven te herverkavelen tot rationele structuren. Op dat vlak is er al heel wat tot stand gekomen.”
Holst van de nacht karig gedocumenteerd
Slechts een kleine minderheid van de wachtposten heeft gegevens over het holst van de nacht kunnen voorleggen. In een aantal gevallen beschikt de wachtpost niet over de nodige software om precieze gegevens te registreren, bijvoorbeeld over het tijdstip waarop patiënten zich aanmelden. Het is dan ook gevaarlijk om op sommige plaatsen voetstoots te beslissen met minder personeel de nacht te overbruggen. Als men samenwerkingsverbanden opzet tussen verschillende wachtposten, ontstaat er bovendien een risico dat de aanrijtijd voor de huisbezoeken te lang wordt. “Dat kan je allemaal niet voorspellen aan de hand van de cijfers waarover we nu beschikken”, weet dr. Hueting.
Duidelijkheid over de triage
Op 30 juni vindt er een nieuwe vergadering plaats, die een stand van zaken zal geven rond de 1733. Op 7 juli kondigt de minister haar toekomstige beleid rond de wachtposten aan. Reinier Hueting wil snel duidelijkheid over de triage: “Met triage vanuit een noodcentrale kan de overheid veel kosten besparen, omdat het personeel van de wachtpost dan niet meer hoeft te triëren. Bij het opstellen van een aanvraagdossier voor een nieuwe wachtpost is dat een belangrijk gegeven.”