Eind februari nam het parlement een hervormde vennootschapswet aan. Belangrijk voor artsen aan het roer van kringen of professionele organisaties: voor kleine verenigingen (vzw’s) wordt een verlaagd plafond van bestuurdersaansprakelijkheid ingevoerd.

Dat plafond bedraagt ​​nu 125.000 euro voor kleine bestuursfouten, bijvoorbeeld een eenvoudige managementsfout. Voorheen bedroeg het 250.000 euro; een verbeterde bescherming dus van de betrokken bestuurders en zeker van invloed voor heel wat artsenkringen, artsenwachtposten en dies meer. Huisartsen maken immers geregeld hun beklag over het feit dat ze wel de lasten van deze vzw’s mogen dragen, maar weinig kunnen profiteren van de lusten.

Evenredig met grootte

Het was minister van Justitie (CD&V) Koen Geens die de eerste aanzet gaf tot deze grondige herziening van het Wetboek van Vennootschappen. De krant l’Echo vroeg de minister begin maart of dit soort van "immuniteit" die gedeeltelijk wordt toegekend aan bestuurders, managers, verantwoordelijken voor het operationeel management, enz .. wel opgaat in deze tijden van schandalen waar men eerder een verstrenging zou verwachten. Maar volgens de minister is het beginsel van een "aansprakelijkheidslimiet (...), natuurlijk evenredig met de grootte van het bedrijf."

Dit gaat over 12 miljoen euro voor verenigingen  die gelimiteerd zijn op 125.000 euro als vzw’s en non-profitorganisaties." Het maximumbedrag hangt af van de grootte van de rechtspersoon, berekend in het licht van de omzet en de balans van het vorige boekjaar.

Een evolutie die toch wel de moeite waard is voor huisartsen omdat zij vaak bestuursverantwoordelijkheid dragen in dergelijke organisaties. Denk aan huisartsenkringen, wachtposten en andere verenigingen die een vzw-statuut hebben. 

Failliete artsenverengigingen zijn niet meer ondenkbaar met deze wetswijziging, maar anderzijds krijgen ze ook sneller een nieuwe kans, schreven we al eerder.