Is adequaat toekennen van VT-statuut (‘OMNIO-statuut’) mogelijk?

Een recent communiqué van de Christelijke Mutualiteiten (CM) meldt dat ziekenfondsen voortaan van de fiscus een signaal zullen krijgen als leden, op grond van hun inkomen, vermoedelijk recht hebben op verhoogde tegemoetkoming. Deze nieuwe samenwerkingsvorm is door de federale overheid goedgekeurd en gaat in op 1 augustus. Meer sociaal kwetsbare personen krijgen dus een VT-statuut toegewezen. Maar hoe staat het ziekenfonds tegenover de melding van huisartsen dat ook veel mensen die voldoende financiële middelen hebben, toch een VT-statuut krijgen?

 

Met de nieuwe samenwerking zullen voor CM alleen al 100.000 tot 120.000 extra rechthebbenden kunnen worden opgespoord. Dat is een gunstige evolutie. Maar in de huidige debatten rond de verplichte derde-betalersregeling hoort men regelmatig – zowel bij voor- als tegenstanders van de verplichting – de opmerking dat ook sommige personen zonder financiële problemen een VT-statuut hebben. Hoe staat CM daartegenover?

 

Volledige gegevens moeilijk toegankelijk

Het toekennen van het recht op verhoogde tegemoetkoming (VT) gebeurt of op basis van een statuut, zoals het recht op leefloon, of op basis van een inkomstenonderzoek door het ziekenfonds”, klinkt het bij CM. Bij het inkomstenonderzoek moeten de ziekenfondsen zich volgens de reglementering baseren op verschillende attesten, maar ook op gegevens van het lid zelf als er geen officiële bron bestaat, bijvoorbeeld over de vraag of het lid buitenlandse inkomsten heeft of niet.

Jaarlijks wordt er een systematische controle uitgevoerd op basis van gegevens van de fiscus. Dit gebeurt a posteriori, na de toekenning van het recht, omdat gegevens van de fiscus altijd over een tijdspanne van 2 jaar teruggaan.

De gegevens waarop wij ons moeten baseren zijn dus vooral betrouwbaar als het over binnenlandse inkomens, en enkele andere categorieën, gaat”, aldus CM. “Gegevens over het vermogen van burgers (bijvoorbeeld geld op een spaarrekening) zijn meestal niet beschikbaar, wegens het ontbreken van een vermogenskadaster in België. Doorgaans kan het ziekenfonds daar alleen hoogte van krijgen op aangeven van de burger zelf. Deze beperkingen in de beschikbare en betrouwbare gegevens leiden er dus inderdaad toe dat er sommige burgers zijn met voldoende financiële middelen die toch recht hebben op VT.

 

Kind en badwater

In een paar woorden formuleert CM het volgende standpunt:

  • Enerzijds; aangezien het hier niet over een grote groep burgers gaat, blijft het VT-recht een goede maatregel en moeten we het kind niet met het badwater weggooien.

  • Anderzijds wordt er tussen ziekenfondsen, het Riziv en de fiscus continu gestreefd naar een uitbreiding van de beschikbare en bruikbare gegevens die we kunnen en moeten meenemen in het inkomstenonderzoek. Maar hier hangt de ziekteverzekering in grote mate af van beleidskeuzes binnen de fiscaliteit en niet binnen de ziekteverzekering.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.