Het percentage goedkope geneesmiddelen dat huisartsen moeten voorschrijven zal vanaf 1 januari 2017 niet langer 50%, maar 55% bedragen. Dat werd beslist door de taskforce van het Riziv die minister De Block heeft aangesteld met het oog op bezuinigingen. De maatregel zou de ziekteverzekering een besparing van 20 miljoen euro moeten opleveren.
Het Riziv registreert permanent het voorschrijfgedrag van de artsen. In registraties opgenomen tussen september 2015 en februari 2016 ligt de mediaan op 53% goedkope voorschriften. Met andere woorden, minstens de helft van de huisartsen haalt in die periode de huidige norm. Het Riziv meldt verder dat “percentiel 10 op 45%” ligt. In mensentaal: 10% van de huisartsen heeft in de betrokken tijdspanne ten hoogste 45% goedkope geneesmiddelen voorgeschreven. Sommige collega’s zullen dus waarschijnlijk een tandje moeten bijsteken.
De regering besliste in 2005 dat iedere arts met een minimaal voorschrijfprofiel een minimumpercentage goedkope geneesmiddelen moeten voorschrijven. Het minimum aantal voorschriften bedraagt momenteel 200 of meer voorschriften per zes maanden.
Goedkope geneesmiddelen vindt men in de categorie waarvoor een referentieterugbetalingssysteem geldt. Dat betekent dat er voor de originele specialiteit een goedkopere specialiteit (hetzij een generiek, hetzij een goedkopere kopie) bestaat. Als men dit soort geneesmiddelen voorschrijft op stofnaam, maakt men per definitie een goedkoop voorschrift, omdat de apotheker hier verplicht is één van de goedkoopste verpakkingen af te leveren. Voor geneesmiddelen die op merknaam worden voorgeschreven (origineel of generisch), moet men nagaan of het geneesmiddel wel degelijk als ‘goedkoop geneesmiddel’ wordt bestempeld. Dat kan via de zoekmotoren van het Riziv of van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI). Het BCFI heeft ook een app ter beschikking.
Er komt geen aanpassing van de percentages voor specialisten. De artsen zullen een brief met feedback over hun voorschrijfgedrag krijgen, zoals dat al eerder gebeurd is. Het gemiddelde percentage goedkope voorschriften evolueerde van 26,1% in 2005 naar 54,8% in 2014.