Volgens de beroepsvereniging van Franstalige klinisch psychologen (UPPCF) dreigt de invoering van een “meldingsplicht” voor zorgverleners die potentieel ernstig geweld signaleren, “de fundamenten van de psychologische zorg” te ondermijnen. De vereniging waarschuwt voor een wetsvoorstel in die zin, dat in maart door verscheidene N-VA-parlementsleden is ingediend. De bijzondere band tussen psycholoog en patiënt, “gebaseerd op vertrouwelijkheid, moet behouden blijven”, vreest de UPPCF.
Het wetsvoorstel geeft gevolg aan een van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie die zich tijdens de vorige legislatuur heeft gebogen over de “behandeling van seksueel misbruik” binnen en buiten de kerk. De tekst, die nog moet worden besproken, stelt voor om het “recht om te spreken”, dat in het Strafwetboek is opgenomen als een uitzondering op het beroepsgeheim, om te zetten in een “plicht om te spreken”.
Dat raakt aan artikel 458bis van het Strafwetboek. Dat artikel werd al in 2011-2012 gewijzigd, juist naar aanleiding van het schandaal rond seksueel misbruik in een religieuze context. Momenteel staat het een hele reeks beroepsbeoefenaars die vertrouwelijke informatie ontvangen toe om hun beroepsgeheim te omzeilen en de procureur des Konings te waarschuwen als zij kennis hebben van ernstige misdrijven tegen minderjarigen of kwetsbare personen. Dit “recht om te spreken” is aan voorwaarden onderworpen: het geldt alleen voor bepaalde misdrijven (waaronder verkrachting en seksuele verminking) en kan alleen worden uitgeoefend als er een ernstig en onmiddellijk gevaar bestaat voor de lichamelijke of geestelijke integriteit van het slachtoffer, of als er een reëel gevaar bestaat voor andere potentiële slachtoffers, minderjarigen of kwetsbare personen. Voor de N-VA-indieners van het wetsvoorstel kan dit recht niet langer optioneel zijn, maar moet het verplicht worden.
“Het is immers onaanvaardbaar dat het beroepsgeheim kan worden ingeroepen wanneer een minderjarige of een kwetsbare persoon het slachtoffer is of dreigt te worden van bijzonder ernstige misdrijven zoals verkrachting, moord, verminking, enz.”, zo motiveren de indieners hun voorstel in de samenvatting van de tekst. Een van hun argumenten is dat er onduidelijkheid bestaat over het huidige evenwicht tussen het beroepsgeheim en de hulpverleningsplicht ten aanzien van personen in gevaar.
"Slecht idee"
Voor de vereniging van klinisch psychologen UPPCF is het een “slecht idee”. Deze hervorming bedreigt de vertrouwensband tussen een persoon en zijn therapeut, terwijl die toch een van de “fundamentele pijlers van de klinische praktijk” is. Het is “een recht van de patiënt en vooral een onmisbare voorwaarde voor zorgtoegang."
“De meest kwetsbare mensen, die het meest wantrouwig staan tegenover instellingen”, zijn juist ”degenen die het meest behoefte hebben aan veilige plekken om, soms voor het eerst, te praten over traumatische gebeurtenissen die ze hebben meegemaakt of gepleegd. Door van deze plaatsen potentieel indringende of verklikkende ruimtes te maken, veroordeel je deze mensen tot zwijgen”, waarschuwt de beroepsvereniging. ”De UPPCF roept beleidsmakers op om hun gezond verstand te gebruiken en professionals in het veld te raadplegen alvorens maatregelen te nemen die potentieel onomkeerbare gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid, sociale rechtvaardigheid en democratie.”