"Euthanasieregeling regionaliseren als persoonsgebonden materie"

Moet de euthanasiewetgeving naar de regio’s of blijf ze bij voorkeur federaal? Dat was een van de discussiepunten tijdens het tweede euthanasiedebat van de Mechelse Dodoenskring. Ook de vraag of de patiënt meer autonomie moet krijgen op dit vlak, stak de kop op. En er waren de forse verschillen met de Nederlandse situatie, niet het minst financieel.

De goed gedocumenteerde presentaties en het debat achteraf belichtten uiteraard flink wat verschillende invalshoeken in een panel dat evenwichtig was samengesteld uit juristen en artsen. We beperken ons hier vooral tot de tussenkomsten van de artsen.

Dokter Ivo Uyttendaele, die nu al geruime tijd in Nederland woont, kon zich vanuit zijn positie veroorloven om de Belgische situatie wat meer vanop afstand te bekijken. Uiteraard kom je dan bij typisch communautaire aspecten terecht waarbij hij de wenkbrauwen fronste: “In welke taal zijn overlijdens opgesteld in Brussel? Dat blijkt staatsgeheim… bij 3% van het totaal aantal overlijdens in België komt euthanasie kijken, kwam hij via eigen speurwerk te weten (cijfers psychiatrie en dementie per taalgroep). De taalverschillen zijn duidelijk: voor Franstaligen gaat het om 1,5%. De verhouding ligt hier op 2 versus 1, niet 3 versus 1 zoals officieel gemeld.”

Maar los van dit cijferwerk – dat vooral het cultuurverschil tussen beide gemeenschappen moest aantonen – luidde de stelling van dokter Uyttendaele dat euthanasie een gewetenskwestie is en dus persoonsgebonden materie. Bijgevolg moet de  euthanasiewetgeving naar de gemeenschappen worden overgeheveld. Een opzienbarende stelling, niet zonder belang in het licht van de politieke gesprekken die gaande zijn over verdere (de)federalisering.

Autonomie

Nog een belangrijk aspect in het betoog van dr. Uyttendaele: hij brak een lans voor de autonomie van de patiënt: “Dat moet een uitgangspunt van decreet zijn, daar waar vroeger vooral de bescherming van de arts voorop stond. De patiënt wil de regie zelf in handen nemen, aan hem ook om zelf vrij zijn hulpverleners te kiezen.” Uyttendaele pleitte ook voor voldoende regelgeving om misbruik te voorkomen. Hij beklemtoonde dat de mens een biomedisch-psychosociaal wezen is maar dat de wet zich te veel op dat medische focust.

“We moeten breder kijken naar de mens dan alleen als medisch model.”

Voltooid leven

De kenmerkende rechttoe-rechtaanstijl van dokter Uyttendaele lokte bij de andere panelleden de meeste reacties uit. Zo vroeg jurist Christophe Lemmens zich af of de notie ‘voltooid leven’ dan de voorkeur wegdroeg van de voormalige ondervoorzitter van de Orde. “Vanuit mijn model is theoretisch voltooid leven aanvaardbaar”, luidde het prompt.

Prof. dr. Wim Distelmans (voorzitter euthanasiecommissie) riposteerde daarop dat bij de meeste mensen die absoluut dood willen, dat doorgaans niets met ‘voltooid leven’ te maken heeft. “Als je doorpraat met die mensen, dan krijg je opmerkingen die meer te maken hebben met polypathologie. Ze vallen dus onder euthanasiewet en de notie voltooid leven heb je daarvoor niet nodig.”

Waarop Ivo Uyttendaele zijn stelling preciseerde: “Het moet gedaan zijn met het uitgangspunt dat iemand anders dan de patiënt moet gaan oordelen of het gaat om een  voltooid leven. Wie anders moet daarover oordelen dan die persoon zelf? Dat is zijn autonomie!

Misdrijf

Wat het pleidooi voor Vlaamse bevoegdheid inzake euthanasie betreft, daar kreeg hij dan weer weerwerk van Prof. Herman Nys. “De kern van de zaak is dat euthanasie een misdrijf is. Het strafwetboek redigeren en wijzigen zal altijd federale bevoegdheid blijven.” Uyttendaele verdedigde zich door erop te wijzen dat je ook straffen kunt opleggen via (regionale) decreten. “Het is onzin om euthanasie als misdrijf/moord te rangschikken. En zelfs als er een fout begaan is, dan is het een medische fout met eventueel de dood als gevolg, helemaal geen moord. In decreten kun je fouten bestraffen.”

Herman Nys vond dan weer dat in de wetgeving net euthanasie als (medische exceptie) uitzondering op moord gerangschikt is.

Van Christophe Lemmens kreeg Herman Nys steun om deze materie niet te regionaliseren. De verwijzing naar de VS waar euthanasie geregeld is op het niveau van de (deel)staten volgens Uyttendaele, ging niet helemaal op. Wim Distelmans wees hem erop dat het daar niet om euthanasiewetgeving ging, maar om hulp bij zelfdoding.

Euthanasiecommissie

Prof. Distelmans had eerder in zijn presentatie nog eens duidelijk de rol van de Federale commisie euthanasie omschreven in vijf punten:

1 – de wetgever vertrouwt artsen, we zijn geen moordlustige criminelen.

2-  de federale commissie euthanasie heeft wel een zeer beperkte bevoegdheid. We kunnen alleen maatschappelijk afgesproken voorwaarden evalueren, we hebben geen bevoegdheid in de evaluatie van de beroepsbekwaamheid artsen, ook geen politionele bevoegdheid of bevoegdheid tot onderzoek.

3 – we worden beschouwd als buffer tussen artsen en gerecht.

4 – we hebben een didactische rol (bv in het gebruik van bepaalde producten waar we artsen eventueel bijstuurden in het verleden. Vandaag is die bijsturing minder nodig.

5 – de zelfcontrole van de artsen bestendigen.

“Sommigen vinden het verdacht dat we tot nu toe vanuit de commissie slechts één keer verwezen naar het Parket. Maar dat komt omdat artsen sterk aan zelfcontrole doen en ook peers (een of twee collega’s) controleren. Bij dat ene geval dat we moesten doorverwijzen, was een grondvoorwaarde niet gerespecteerd. Sowieso kan om het even wie klacht neerleggen bij het Parket.

Waar alle panelleden het ogenschijnlijk eens over waren, was de ondermaatse betoelaging van de commissie. Prof. Distelmans: “Ons budget ligt op 160.000 euro/jaar voor twee secretaressen. In Nederland kan men werken met 4 miljoen euro…”

Als take home message gaf hij mee dat na 20 jaar euthanasiewet alle commissieleden unaniem sterk onder de indruk blijven van de hoeveelheid ondraaglijk lijden, zowel fysiek als psychisch “Niemand is verplicht euthanasie te vragen of om eraan mee te werken. Het kan enkel op vraag van de patiënt.”

> Sterk bezet panel debatteert over euthanasie

> 20 jaar euthanasiewet

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.

Laatste reacties

  • Anthony CORNELISSEN

    23 mei 2022

    Eigenlijk zou de 2de en evt 3de arts niet moeten oordelen over de slechte gezondheidstoestand van de vragende patiënt, maar zich enkel vergewissen van het feit of de patiënt echt, met volle overtuiging voor 100% uit het leven wil stappen en of zijn beweegreden overtuigend is en voor de rest is het de wil van de patiënt die telt, of moet hij dan toch maar van de 12de verdieping naar beneden springen zoals is bij een patiënt van een collega heb moeten meemaken, wat is nu het meest serene denk je.???