De afgeschafte vergoeding voor telefonische raadplegingen of teleconsultaties blijft de Belgische artsen zorgen baren. Volgens een enquête van De Specialist en MediSfeer -met 2.141 reacties- meent een overweldigende meerderheid van de artsen dat deze maatregel niet aangepast is aan de praktische werkomstandigheden. Het staal respondenten is bijna perfect opgedeeld in specialisten (51%) en huisartsen (49%).
Wel namen er gevoelig meer Nederlandstalige (1.394) dan Franstalige (747) artsen deel. De kwestie leeft dus blijkbaar sterker in het noorden van het land. Blijkt dat 88% van de specialisten oordeelt dat een telefoonconsult opnieuw moet worden terugbetaald. Voor 58% van hen moet de terugbetaling onvoorwaardelijk zijn. Op te merken valt dat meer
Franstaligen dan Nederlandstaligen voorwaarden weigeren te aanvaarden (63% vs. 54%).
Unanieme afwijzing van de vierwekenregel
Welke voorwaarden zou de specialistengroep aanvaarden om teleconsultatie te blijven gebruiken? 62% van de artsen was het ermee eens dat teleconsultatie een item zou moeten vormen van “nota's in het gmd” en 84% was het ermee eens dat het thuishoort bij “een afspraak in het gmd”. Huisartsen zijn meer voorstander van de registratie van een afspraak in het gmd dan specialisten (67% vs. 57%).
Op de vraag of artsen regelmatig gebruik maken van de teleconsultatieformule voor hun patiënten, komen de antwoorden in beide taalgemeenschappen sterk overeen. Over het algemeen teleconsulteren 4 op de 10 artsen meermaals per dag. Een vergelijkbaar aantal (39%) teleconsulteert een paar keer per week. Wel bestaat er een gevoelig verschil in frequentie tussen huisartsen en specialisten. Ruim 6 op de 10 huisartsen teleconsulteert
meermaals op een dag, terwijl dat slechts geldt voor 27% van de specialisten. Die specialisten geven dan weer meer aan dat ze meerdere keren per week teleconsulteren (51% vs. 27%).
De hitparade van de specialismen die het grootste aandeel hebben in teleconsulteren (naast huisartsen), ziet er afgerond als volgt
uit:
Gynaecologie, dat er met kop en schouders bovenuit steekt (30%), dermatologie (11%),
pediatrie (7%), neurologie (7%), psychiatrie (5%), cardiologie (5%), urologie (5%), gastro-
enterologie (3%), endocrinologie (2,5%).
Deze resultaten zijn met enig voorbehoud te interpreteren. Het staal wordt hier immers verder opgesplitst met mogelijk enige bias. Maar de verhoudingen zijn wel duidelijk.
Waarom teleconsultaties? In beide gemeenschappen staat de interpretatie van medische resultaten bovenaan, gevolgd door aanpassingen van behandelingen, monitoring van chronische patiënten, vernieuwen van voorschriften en doorverwijzen van patiënten vooreen fysiek consult. Tussen specialisten en huisartsen bestaan hier geen noemenswaardige verschillen.
Toenemende werkdruk
Op de vraag of ze een verandering in hun werklast hadden opgemerkt sinds het einde van de terugbetaling, meldde 41% van de Nederlandstalige artsen een lichte toename van het aantal fysieke raadplegingen, tegenover 38% van de Franstalige artsen. Bij de specialisten is die trend minder merkbaar (36%) dan bij huisartsen (44%).
De ideale prijs
Ten slotte zijn de meningen verdeeld over de vraag wat de juiste prijs moet zijn voor een teleconsult. Bij de specialisten zou de helft een prijs van 10 of 15 euro willen. Bij de huisartsen is dat 59%. Van een prijskaartje van 20 euro zijn dan weer 16% van de specialisten voorstander tegenover maar 10% van de huisartsen. 6% van de specialisten ziet 25 euro zitten en dat is hooguit het geval voor 1% van de huisartsen.
In Vlaanderen zijn de prijsverwachtingen gematigder dan in Franstalig België.
Geconfronteerd met deze afschaffing van de vergoeding passen de Belgische artsen zich aan. 61% blijft
teleconsultaties aanbieden zonder er kosten voor aan te rekenen. 28% is er helemaal mee gestopt. Dat is meer het geval voor de specialisten (33 vs 22%).
Verdere analyse van de enquête toont aan dat de impact van de afschaffing van de terugbetaling voor teleconsultaties niet significant verschilt naargelang het geslacht, de leeftijd, het medisch specialisme of de praktijkregio van de artsen.
Methodologie
De enquête werd online uitgevoerd tussen 20 en 28 februari via de websites en nieuwsbrieven van De Specialist en MediSfeer. Het grote aantal respondenten (2.141) op onze enquête laat zien dat de afschaffing van teleconsultaties een onderwerp is dat de medische wereld erg bezighoudt.
De meerderheid van de Nederlandstalige artsen is vrouw (59%) en 94% van de respondenten heeft een praktijk in Vlaanderen, 5% in Brussel.
Bij de Franstalige respondenten is de meerderheid van vrouwen iets kleiner (56%) en geografisch liggen de verhoudingen heel anders: 75% voert praktijk in Wallonië, er is een meer nadrukkelijke aanwezigheid in Brussel (24%) en er werkt ook een 'marginaal deel' in Vlaanderen (1%).
Qua specialisme zijn huisartsen goed vertegenwoordigd in beide groepen (bijna 50%), terwijl
kinderartsen en gynaecologen het best vertegenwoordigd zijn bij de specialisten. De leeftijdsverdeling is relatief gelijkmatig in beide gemeenschappen, met een meerderheid van de artsen tussen 31 en 60 jaar.
> Ontdek alle resultaten
Lees ook:
> “Beter omschrijven wat een teleconsultatie is” (ASGB)
> “Nood aan een futureproof vergoedingssysteem” (Domus Medica)
> “Waarom mag een advocaat elk telefoontje aanrekenen, maar een arts niet?”
> "Resultaten enquête inzetten bij onderhandelingen" (Bvas)