Na maandenlange kritiek op de extra besparingen op de zorg slaat minister De Block (Open VLD) vandaag terug, in een interview met De Tijd en Het Laatste Nieuws. Niet bij de patiënt, wel bij artsen en ziekenhuizen haalde ik besparingen, verdedigt ze zich. Waarvan akte.
"Het moet gedaan zijn met de framing dat ik geneesmiddelen fors duurder maak", aldus de minister. Ze berekende dat door enkele beleidsmaatregelen, zoals duurdere antibiotica en neussprays, de totale patiëntenfactuur tegen 2018 met 62 miljoen euro toeneemt. "Maar door andere maatregelen, die vooral slaan op geneesmiddelen, dalen de totale kosten dan weer met meer dan 71 miljoen euro. "Aan het einde van de rit betaalt de patiënt dus 9 miljoen euro minder."
Haar stelling wordt volgens De Block bevestigd door de jongste inflatiecijfers. Daaruit blijkt dat geneesmiddelen in een jaar tijd 0,37% goedkoper werden. "Met deze cijfers kan ik zwart op wit mijn gelijk bewijzen", zegt ze.
Bij de begrotingscontrole in oktober werd beslist 200 miljoen euro extra te besparen op zorg. Dat leidde tot kritiek op De Block, die er altijd is op blijven hameren dat de patiënt zoveel mogelijk werd gespaard. "Het geld werd vooral bij artsen en ziekenhuizen gehaald."
De Blocks nieuwe offensief komt er op het moment dat peilingen uitwijzen dat ze niet langer de populairste politica van het land is. Daar zit ze naar eigen zeggen niet mee in. Al doert deze uitspraak vermoeden dat ze toch meer bekommerd is om haar populariteit bij patiënten dan bij andere spelers in de gezondheidszorg. "Op het einde van de rit tellen de resultaten", vindt de minister nog.
(c) foto minister De Block: Anne De Graaf