De Iraans-Zweedse professor Ahmadreza Djalali, die gastprofessor was aan de VUB in Brussel, heeft zich in een geluidsopname die de Zweedse openbare omroep SVT kon bemachtigen, opnieuw gericht tot de Zweedse regering. "Ik ben achtergelaten. Breng me naar huis, na 3.185 dagen", klinkt het.

Djalali werd in 2016 gearresteerd en zit sindsdien in de gevangenis. Hij werd in 2017 ter dood veroordeeld voor 'spionage'.

Djalali geeft aan dat hij na bijna negen jaar gevangenschap in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran lijdt aan een rist gezondheidsproblemen, zoals gastritis, galstenen en hartritmestoornissen.

Midden vorig jaar werden twee Zweden geruild voor de Iraniër Hamid Noury. Djalali beklaagde toen ook al dat hij geen deel uitmaakte van die gevangenenruil.

De intussen 53-jarige Djalali stelt dat hij zich door zijn dubbele Iraans-Zweedse nationaliteit een "tweederangsburger" voelt.

In een reactie aan SVT zegt de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Maria Malmer Stenergard dat Zweden alles in het werk blijft stellen om hem thuis te krijgen. "De regering heeft alles geprobeerd om Djalali samen met Floderus en Azizi thuis te krijgen. Jammer genoeg wou Iran zijn geval helemaal niet bespreken, omdat ze hem niet als Zweeds staatsburger erkennen aangezien hij enkel over de Iraanse nationaliteit beschikte toen hij werd gearresteerd. Djalali werd ook gearresteerd lang voor Hamid Noury in Zweden werd opgepakt en dus om andere redenen dan het zijn van een pion in het cynische spel van Iran om Noury vrij te krijgen."

Ook toen de Belg Olivier Vandecasteele in 2023 werd vrijgelaten, maakte Djalali geen deel uit van de deal.