Alle redenen opsommen waarom ik vorig jaar uit de ‘gouden kooi’ ben gestapt, is onbegonnen werk, maar ik kan er wel enkele uitpikken.
Artsen hebben een verhoogd risico op alcoholisme, burn-out en zelfmoord. Veel buitenstaanders beschouwen ons beroep als het mooiste ter wereld en er zijn heel weinig artsen die de stethoscoop aan de haak hangen.
Artsen zitten in een gouden kooi: ze verdienen relatief goed hun boterham door in het systeem van betaling per prestatie lange dagen te kloppen en vooral veel prestaties te verrichten. Artsen die bij de overheid of de ziekenfondsen werken, verdienen beduidend minder en bijgevolg bestaan er voor een arts bitter weinig alternatieven.
Of je het nu leuk vind of niet, als arts ben je veroordeeld om levenslang hetzelfde te blijven doen, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Je bent zogezegd zelfstandig, maar in feite is dat schijn, want de patiënten bepalen je agenda. Zij bepalen grotendeels waar en wanneer je moet opdraven.
Wachtdienst is doorn in het oog
De wachtdienst is een doorn in het oog van vele artsen. “Daar heb je voor gekozen” of “dat wist je toch toen je aan je studies begon” zijn klassieke dooddoeners. Een wachtdienst is een verplicht onderdeel van het systeem, maar het is niet iets waar je als arts bewust voor kiest. In een ideale wereld bestaat er een parallel systeem van wachtartsen en kan je als niet-wachtarts in het weekend genieten van je welverdiende rust.
Terwijl je tijdens de week nog enige zeggenschap hebt over je agenda, ben je tijdens een wachtdienst volledig uitgeleverd aan de willekeur van de patiënt. In de 14 jaar dat ik weekendwachten gedaan heb, waren er misschien 10 oproepen per jaar vanuit medisch oogpunt gerechtvaardigd. De rest kon perfect geklasseerd worden onder de noemer van de luxeoproepen. Een wachtdienst is bedoeld voor problemen die niet kunnen wachten tot na het weekend – 80% van de bevolking beseft dat ook wel, maar de overige 20% misbruikt de wachtdienst en genereert bovendien een overbodige meerkost voor de maatschappij.
Als je ’s nachts opgebeld wordt om een pilvoorschrift te vernieuwen, dan mag je dat van de Orde niet weigeren: je moet opstaan. Als iemand die al drie maanden rugpijn heeft plots beslist dat hij een inspuiting wil, dan mag je dat van de Orde niet uitstellen tot een fatsoenlijker uur. Een prostitué mag “nee” zeggen, maar een arts mag dat niet.
Wachtpost helpt
Of een wachtpost de pijn van de wachtdiensten verlicht kan ik helaas niet zeggen, want dat genoegen werd ons niet gegund in een kring waar de oudere generatie zich met hand en tand verzet tegen een wachtpost. De meerderheid, ouder dan 60 jaar of diep in de 50, heeft namelijk als enige kring in de streek beslist om de leeftijdsgrens voor de wachtdienst op 60 jaar te leggen. En aangezien een wachtpost zou betekenen dat we moeten versmelten met omringende kringen met een hogere leeftijdsgrens, wordt elk initiatief in die richting vakkundig tegengewerkt. De generatie die ten tijde van de plethora ruzie gemaakt zou hebben voor een extra wachtdienst, schuift nu de lasten onbeschaamd door naar de jongere generatie.
Nochtans denk ik wel dat een wachtpost de belasting zou kunnen verzachten door het aanbieden van een professionele ondersteuning. Ik heb ooit het genoegen gehad om tijdens mijn HIBO-opleiding 2 jaar in de BSD (Belgische Strijdkrachten in Duitsland) te mogen werken. Daar hadden we in elk medisch huis een verpleegkundige die de telefoon opnam, de administratie in orde bracht en enkele andere taken op zich nam, zoals wondzorg, bloedafnames, verwijderen van hechtingen, etc. Op zich allemaal kleine dingen, maar op het eind van de dag betekende dat een enorme verlichting van onze dagelijkse belasting.
Toen we in 2000 afstudeerden, droomden we allemaal van een praktijk naar Nederlands model, want tijdens onze opleiding had men Nederland afgeschilderd als het walhalla voor huisartsen: hoge verloning, administratieve ondersteuning en werken van 9 tot 5.
In een wachtpostsysteem kan je ook opteren voor shiften van 12 uur. Dat is veel lichter verteerbaar dan de shiften van 24 uur die we nu moeten doen. In het slechtste geval ben je nu op zondag van wacht, word je tijdens de nacht van zondag op maandag uit je slaap gehouden en mag je maandagochtend opnieuw aan de slag in je eigen praktijk, want die kan je na een wachtdienst moeilijk een dag sluiten. Van enige vorm van recuperatie is geen sprake. De verplichte wachtdienst en het gebrek aan wachtpost is dus zeker een factor die heeft meegespeeld bij de beslissing om mijn praktijk definitief te sluiten.
Dat de overheid nu besluit om de geldkraan voor de huisartsenwachtposten dicht te draaien is een kortzichtige beslissing, die er op termijn collega’s toe zal drijven om sneller op pensioen te gaan of het beroep vaarwel te zeggen, waardoor het tekort aan huisartsen alleen nog maar zal toenemen. Het is niet omdat er de laatste jaren wat meer jonge artsen voor de specialisatie huisartsgeneeskunde kiezen dat men al op de lauweren moet gaan rusten. En het is dubbel jammer dat dit gebeurt nu er voor het eerst een huisarts minister van Volksgezondheid is.
Administratieve overlast
Een tweede pijnpunt is de administratieve overbelasting. Voor alles en nog wat moet je tegenwoordig papiertjes invullen. Kinderen die twee weken geleden enkele dagen afwezig waren, worden door de schooldirectie op consultatie gestuurd voor een geantidateerd ziektebriefje. Kafka in het kwadraat. Als je het schrijft, dan pleeg je schriftvervalsing. En als je het niet schrijft, dan ben je een half uur kwijt om je te verantwoorden en ben je op de koop toe geen goeie dokter meer. En zo zijn er tientallen formulieren die je te pas en te onpas moet invullen.
Ja, de overheid biedt sedert enkele jaren een premie aan om een administratieve hulp in te schakelen, maar die premie dekt niet alle kosten, dus moet je opnieuw langer werken om die kosten te recupereren.
De doorsnee huisarts heeft ook niet zodanig veel administratie dat er iemand halftijds mee bezig kan zijn, dus tenzij je een secretaresse vindt die ook nog eens je praktijk wil poetsen en een diploma verpleegkunde heeft, doe je het zoals de meesten van je collega’s nog altijd zelf. En je kan ook niet zo heel veel delegeren, want uiteindelijk moet je handtekening eronder en niet morgen, maar onmiddellijk. Mijn boekhouder heeft het beter getroffen, want die kan heel veel delegeren en mag dat ook nog eens factureren.
De medische software zou enig soelaas kunnen brengen, maar de bestaande software is niet veel meer dan een tekstverwerker waarmee je papier omzet in digitaal papier. Een rapport lezen en het besluit automatisch naar de voorgeschiedenis verplaatsen is sciencefiction. Anno 2015 is er nood aan intelligente software waarbij de arts gevraagd wordt om te valideren in plaats van manueel in te voeren.
Yes you can, Maggie!
Ik kan nog uren doorgaan, maar dat zou een vertekend beeld geven. Ik wil namelijk positief afsluiten en toegeven dat ik mijn consultaties en mijn patiënten mis. Huisarts is een verdomd mooi beroep, maar men moet de artsen de kans geven om datgene te doen waarvoor ze opgeleid zijn en hen de ondersteuning bieden om zich uitsluitend daarop te kunnen concentreren. Yes you can, Maggie!