“Niets bijzonders voor de huisartsen”, meldt Kartel/ASGB-voorzitter Reinier Hueting als Medi-Sfeer hem opbelt voor een verslag van de jongste medicomut-zitting op 22 mei. “Maar het komt wel, hoor. Straks zijn we weer overstelpt”. Toch is het stil in huisartsenland, niet?
“Tja”, overweegt de Kartel-voorzitter. “We zouden het liever wat sneller zien opschieten. Naar aanleiding van de onderhandelingen rond het mini-akkoord heeft de overheid een aantal beloften gedaan. We zullen moeten zien wat eruit voortkomt. Er moeten onder andere weer beslissingen vallen rond de telematicapremie. Maar voor we met nieuwe voorwaarden akkoord gaan, willen we zien hoe het tot nu toe gelopen is bij het geheel van de collega’s. We willen niet overhaasten, want niet alles blijkt vlotjes te gaan met eHealth.” Het blijft dus aanmodderen met een aantal eHealth-diensten?
“Dagelijkse kost”, aldus dr. Hueting. “Ik zou eigenlijk een dagboek moeten bijhouden om er bij de overheid een tekenend beeld van te kunnen schetsen. Vandaag nog heb ik een paar ‘gewone, ouderwetse’ voorschriften moeten uitprinten omdat recip-e tijdelijk niet bereikbaar was. Een halve minuut eerder was het systeem wel actief, zodat ik de patiënt een bewijs van elektronisch voorschrift kon overhandigen. Je moet de patiënt dan uitleggen dat hij voorschriften met twee soorten lay-out heeft, maar dat het in de praktijk niet uitmaakt.”
En voor de voorschriften bestaat er dan nog een vrij vlotte oplossing. Maar ook eFac, bijvoorbeeld, valt regelmatig uit. Als de arts op het ogenblik zelf niet elektronisch kan factureren bij een patiënt met een verplichte RDB, dan moet hij er na het consult aan denken om de zaken te regulariseren.
“Toen de minister de laatste keer de medicomut bijwoonde heb ik dat aangekaart: een voorschrift-app voor niet-geïnformatiseerde artsen is later zorg. We moeten eerst zien dat het systeem fundamenteel werkt. Ze heeft mij gelijk gegeven.” Maar blijkbaar raken de problemen niet echt snel opgelost. “In dergelijke omstandigheden valt het niet mee om artsen ertoe te motiveren de eHealth-diensten te gebruiken”, concludeert Reinier Hueting.