Patient empowerment: een leuk woord voor een moeilijk concept?

We hebben er tegenwoordig onze mond vol van: de assertieve patiënt, die zelf wil meebeslissen over het beleid bij zijn ziekte en actief participeren in zijn behandeling. Patient empowerment is de eerste van de 14 componenten die volgens de overheid deel moeten uitmaken van de pilootprojecten voor geïntegreerde zorg. Nederlanders hebben met patient empowerment meer ervaring dan wij. Kanttekeningen worden gemaakt.

In Nederland gebruiken huisartsen al courant geïntegreerde ICT-systemen waarlangs ze online met de patiënt kunnen communiceren voor tussentijdse beoordelingen. De patiënt is hierbij intensiever bezig met zijn gezondheidsgegevens dan bij een gewoon consult. Het voordeel van een dergelijke participatie is dubbel. Enerzijds verbetert de geestelijke en lichamelijke gezondheid van de patiënt. Anderzijds bespaart men kosten door het schrappen van nodeloze interventies.

Om zo’n actieve rol te spelen, moeten patiënten nogal wat in hun mars hebben”, zegt Jany Rademakers, hoogleraar gezondheidsvaardigheden en patiëntenparticipatie aan de Universiteit van Maastricht. “Ze moeten over voldoende gezondheidsvaardigheden beschikken, zoals dat heet. Ze moeten relevante informatie kunnen vinden, begrijpen, beoordelen en toepassen. Vragen durven te stellen als ze iets niet begrijpen. Lang niet iedereen kan dat.

Nederland scoort eigenlijk vrij goed in vergelijking met andere landen, maar nog steeds heeft ongeveer 30 procent van alle Nederlanders moeite met het begrijpen van gezondheidsinformatie. Artsen zouden eigenlijk systematisch moeten nagaan of een patiënt de toelichtingen begrepen heeft. “En dan zegt iemand ja, maar intussen is het helemaal niet zo. Of mensen denken dat ze het begrijpen, maar dan klopt het helemaal niet. Dokters overschatten hun eigen gesprekstechnieken en ook in hoeverre patiënten de boodschap begrijpen”, aldus professor Rademakers.

Het taalgebruik van de arts moet eenvoudig zijn, er moet altijd nagegaan worden of de patiënt de uitleg begrepen heeft en men moet de juiste topics kiezen. Artsen geven vaak veel uitleg over medisch-technische aspecten. “Maar zeker chronisch zieken hebben daar eigenlijk niet zoveel vragen over, zij zijn meer geholpen met een zorgverlener die een meer coachende rol op zich neemt. Die het heeft over wat een ziekte voor iemand betekent, vraagt waar patiënten zelf tegenaan lopen, kijkt naar de verbanden tussen verschillende aandoeningen en behandelingen”, zegt Jany Rademakers. “Zo’n coach hoeft niet de arts te zijn. Gewoon iemand die het kan en het goed doet.

De patiënt met beperkte gezondheidsvaardigheden is niet altijd gemakkelijk herkenbaar. Vaak denken we aan een laagopgeleide. Maar ook hoger opgeleide personen worstelen wel eens met gezondheidsinformatie. Ze zijn minder assertief en hebben een beperkte kennis van hun lichaam. Men kan dus het best voor iedereen op een zo eenvoudig mogelijk niveau praten.

Maar is er nog plaats voor de patiënt die helemaal niet over alles actief wil beslissen? “Ja”, zegt Jany Rademakers: “Als je zeker weet dat het een kwestie is van niet willen, en niet van niet kunnen. Voor een deel is die nadruk op de actieve patiënt beleidsretoriek, die lang niet altijd voortkomt uit wat mensen zelf willen, maar bijvoorbeeld ook uit bekostigingsoverwegingen. Er wordt vaak te eenvoudig gedacht.” 

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.