Op de officiële opening van de nieuwe wachtpost Antwerpen-Oost gaf dr. Bert Winnen een kort commentaar over de resultaten van de audit die de voorbije maanden bij de wachtposten van het hele land liep.
De audit werd afgerond met focusgroepen zowel in Vlaanderen als in Franstalig België. De focusgroepen werd geleid door experts van consultancy-bedrijf Möbius, dat instond voor de audit. De Franstalige huisartsen reageerden heftig op wat ze te horen kregen. De indruk bestond dat men de wachtpost wil runnen zoals een bedrijf, terwijl ze in de optiek van de artsen in de eerste plaats voor dienstverlening bestemd is.
Op 17 november werd de nieuwe wachtpost Antwerpen-Oost ingehuldigd. De wachtpost staat vlak naast het AZ Monica en zal binnenkort met het ziekenhuis in een triageproject stappen. In zijn toespraak lichtte dr. Bert Winnen, adjunct-kabinetschef van het ministerie van Volksgezondheid, de visie van de overheid op de toekomstige organisatie van de niet-planbare zorg toe en somde enkele cijfers uit de audit op:
-
de gemiddelde wachtpost houdt jaarlijks 4.402 consultaties en doet 1.495 huisbezoeken per jaar;
-
de gemiddelde jaarlijkse werkingskost van een wachtpost bedraagt 286.732 euro;
-
de mediaan ligt op 80,2 interventies per dag per 100.000 inwoners, maar de onderlinge verschillen zijn hier erg groot;
-
64 % van de posten heeft minder dan 100 interacties per dag per 100.000 inwoners;
-
‘s nachts daalt de activiteit van de gemiddelde huisartsenwachtpost tot 2,4 consultaties en 1,23 huisbezoeken;
Schaalvoordelen
“De audit toonde ook zeer duidelijk dat er belangrijke schaalvoordelen te behalen zijn voor de drie grootste kostenposten van een wachtpost: de coördinatie en administratie, het onthaal en het vervoer”, aldus dr. Winnen. “Deze vaststellingen geven ons de nodige onderbouw om de financiering van de werkingskosten van huisartsenwachtposten te optimaliseren.”
De spreker somde enkele suggesties op:
-
het mogelijk gebruik van raamcontracten;
-
de mogelijkheden om de wacht anders te organiseren tijdens de nacht in werkingsgebieden met een lage activiteit, in het bijzonder wat betreft het vervoer;
-
mogelijkheden om de administratie en/of de coördinatie te bundelen;
-
en meer in het algemeen: de organisatie op het terrein tot werkingsgebieden van minstens 100.000 inwoners.
“In nauw overleg met de mensen op het terrein zullen we deze voorstellen verder uitwerken, met speciale aandacht voor de haalbaarheid en de toepasbaarheid in de praktijk”, anticipeerde dr. Winnen op verontruste voorspellingen.
Wachtpost en spoeddienst zo dicht mogelijk bij elkaar
De overheid wil sterk inzetten op een model waarbij huisartsenwachtposten op een geïntegreerde manier samenwerken met spoeddiensten. De bedoeling is dat de meeste wachtposten binnen afzienbare tijd gevestigd zijn op de campus van een ziekenhuis. “Dat betekent helemaal niet dat de huisarts op de spoeddienst moet gaan werken”, verwierp de adjunct-kabinetschef andermaal sommige aantijgingen. “Integendeel, de huisarts moet te allen tijde zijn autonomie bewaren. Het betekent wél dat beide onderdelen van het niet-geplande zorgsysteem hetzelfde dak delen en dezelfde ingang, waar de triage kan gebeuren. Maar allebei blijven ze soeverein opereren.”
De overheid is er zich terdege van bewust dat niet alle wachtposten geïntegreerd kunnen worden in een spoeddienst. Gebieden waar een wachtpost verantwoord is maar waar er geen spoeddienst is, kunnen een losstaande wachtpost oprichten, die dan wel nauw samenwerkt met een spoeddienst.