Tijdens de Algemene Vergadering van de Federatie van de Huisartsenverenigingen van het Waalse Gewest (FAGW) op 15 maart uitte de Bvas bedenkingen over de 'territorialisering' van de eerste lijn. Dat gebeurde in een open brief aan de Waalse kringen.
De territorialisering werd in januari 2020 beschreven in een "Conceptnota van het Waalse platform voor de eerste lijn (PPLW)". De Bvas eiste dat een en ander zou worden gecorrigeerd en vervolgens ter goedkeuring aan zijn Algemene Vergadering zou worden voorgelegd, alvorens de FAGW het PPLW zou bekrachtigen.
Deze conceptnota is geïnspireerd op het model van de Vlaamse eerstelijnszones om de Waalse eerste lijn in eerstelijnszones te verdelen. "Een federale visie dus die na de zesde staatshervorming aan de regio's is toevertrouwd".
De wachtposten zullen opgaan in functionele samenwerkingsverbanden en de eerstelijnszones zullen de fusie van hun onderdelen naar één enkele vzw organiseren.
Zowel op federaal als op regionaal niveau is het dus de bedoeling dat "de bundeling van de bestaande middelen" "talrijke schaalvoordelen" opleveren.
De eerstelijnszone zal worden beheerd door een "lokale gezondheidsraad" die zal zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de beroepsgroepen in de gezondheidszorg (huisartsen, apothekers, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, vroedvrouwen) en verbanden met de netwerken voor geestelijke gezondheidszorg, de patiëntenorganisaties en ... de lokale politieke overheden.
Bvas eist dat de organisatie van de huisartsenwachtdiensten in handen blijft van de kringen. Territorialisering moet beperkt blijven tot multidisciplinaire vraagstukken.
Een van de taken van de eerstelijnszones zou de "dialoog met de ziekenhuizen" zijn, die tot dusverre tot de exclusieve bevoegdheid van de kringen behoorde. Het syndicaat eist dat de huisartsenkringen de exclusieve gesprekspartner van de ziekenhuizen blijven in het zorgtraject van de patiënten.
Bovendien vraagt Bvas dat de 'territorialisering' geen invloed heeft op de praktijk van de huisartsen. Zij moeten vrij blijven om al dan niet aan het multidisciplinaire netwerk deel te nemen. In het multidisciplinaire netwerk eist Bvas dat de huisarts de dirigent van de zorg blijft: hij of zij moet de "zorgmanager" blijven.
De vakbond beweert ook invloed te hebben uitgeoefend op de totstandkoming van het koninklijk besluit over de functionele samenwerkingsverbanden door te eisen dat de raad van bestuur uitsluitend zou bestaan uit artsen die kringbestuurder zijn, dat de niet-arts "bezoldigd algemeen coördinator" aan wie het beheer van de functionele samenwerking moet worden toevertrouwd, geen lid is van de raad van bestuur, en dat de kringen zelfstandig kunnen beslissen over het gebied dat onder de functionele samenwerking valt.
Zonder de voordelen van een fusies tussen kleine kringen te betwisten, is Bvas er voorstander van dat de kringen niet verplicht worden te fuseren maar de vrijheid behouden om dit te doen. Dr. Luc Herry, voorzitter van Bvas Wallonië en Dr. David Simon, vertegenwoordiger van Bvas in de Raad van Bestuur van het FAGW, herinneren ons eraan dat wettelijk meer dan 70% van de artsenleden van de Algemene Vergadering voor een belangrijke wijziging in de organisatie van de kring moeten zijn.