De overheid moedigt medisch-farmaceutisch overleg (MFO) aan, waarbij artsen en apothekers besprekingen houden in het belang van de patiënt en streven naar een verstandig geneesmiddelengebruik. Als het Riziv een lokaal MFO-project voor vergaderingen tussen de twee beroepstakken goedkeurt, kan een financiële bijdrage van 2.500 euro worden toegekend. De uitkering van de helft van het bedrag is gekoppeld aan bepaalde voorwaarden: rapportering en beoordeling van de oplossingen die worden toegepast naar aanleiding van de contacten.
Het medisch-farmaceutisch overleg, dat artsen (voornamelijk huisartsen) en apothekers (voornamelijk officina-apothekers) samenbrengt, is een oud concept dat de toezichthoudende overheid promoot (en dat de beroepsbeoefenaren die er zich op lokaal niveau al aan wijden blijkbaar beschouwen als een vruchtbaar proces). De bedoeling van de ‘onderneming’ is de zorg die de twee beroepsgroepen verstrekken aan de patiënt/klant te optimaliseren door hun respectievelijke rol goed op elkaar af te stemmen. Het overleg spitst zich meer bepaald toe op rationeel voorschrift- en afleveringsgedrag en veilig geneesmiddelengebruik.
Daartoe organiseren de beroepstakken lokale MFO-vergaderingen over een onderwerp, te kiezen uit verschillende brede, vooraf geselecteerde thema’s (risicobeheersing, interacties, zelfmedicatie, substitutie), toepassen van VOS, problemen die gepaard gaan met polymedicatie, bevorderen van de therapietrouw, voorschrift in ROB/RVT of in psychiatrische instellingen enz.). Tijdens de dialoog komen de problemen uit de praktijk naar voren, en de deelnemers proberen samen oplossingen te formuleren die ze later kunnen toepassen.
Om die besprekingen te steunen, zijn er kwaliteitsbevorderende programma’s die bestaan uit ondersteuning (thematische folders, praktische handleidingen voor het lokaal verzamelen en analyseren van gegevens enz.) en diensten (vorming voor animatoren, begeleiding van een lokaal initiatief enz.).
Stapsgewijs proces
Wat moet er concreet gebeuren om een lokaal MFO-project in te dienen en een financiële bijdrage te verkrijgen? Het project moet uitgaan van een ‘gemengd’ team, waarin een arts en een apotheker zit die respectievelijk door hun LOK, kring of hun lokale apothekersvereniging zijn aangeduid. Het team moet een officiële aanvraagprocedure volgen die begint met het samenstellen van een beschrijvend dossier volgens een template die online beschikbaar is (pdf). Dat dossier dient aangetekend opgestuurd te worden naar het secretariaat van het ‘Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen’ (het CEG, een wetenschappelijk comité van het Riziv dat bestaat uit artsen en apothekers die de universiteiten, de ziekenfondsen, de wetenschappelijke verenigingen en de beroepsverenigingen vertegenwoordigen). Er moet ook een dossier per mail worden verstuurd naar de cel MFO-CMP@riziv.fgov.be. Als de aanvraag toegankelijk is, behandelt het CEG ze en formuleert het een gemotiveerd advies.
Een goedgekeurd lokaal project ontvangt een financiële bijdrage van 2.500 euro. De helft van dat bedrag wordt een maand na goedkeuring door het CEG uitbetaald. Daarna wordt 25% vrijgemaakt na ontvangst van het verslag van de vergadering en nog eens 25% bij ontvangst van het beoordelingsrapport waaruit blijkt dat de initiële aanbevelingen resultaat hebben opgeleverd.
Het Riziv deelt mee: “We wensen ons in een eerste fase te focussen op een goed gebruik van geneesmiddelen.” Verder meldt het dat het MFO “zo georganiseerd moet worden dat het zowel op het lokale als op het nationale niveau een maximale dekkingsgraad haalt, en dit zowel naar geografische spreiding als naar het aantal betrokken zorgverleners”.
Contactgegevens: Medisch-farmaceutisch overleg, +32(0)2 739 77 41, MFO-CMP@riziv.fgov.be