Huisartsen bieden veilige zorg

Uit Europees onderzoek blijkt dat huisartsen veilige zorg bieden. Toch zijn er redenen om verder te blijven werken aan een kader dat de veiligheid van de patiënt in de eerste lijn bevordert.

Veiligheidsproblemen doen zich bij de huisarts maar voor in 2% van de zorgsituaties. Slechts in 0,7% van de onveilige zorgsituaties treedt er schade op voor de patiënt. Meestal is de schade beperkt en herstelbaar. Eén en ander werd duidelijk gesteld op een conferentie van EQuiP (European Society for Quality and Safety in Family Practice), een initiatief van WONCA.

Over naar het volgende onderwerp dan maar? Liever niet. Hoewel er weinig incidenten zijn, leven veel huisartsen dagelijks in onzekerheid. Dit is inherent aan de huisartspraktijk, zo staat in de Take Home Messages van de conferentie te lezen. Huisartsen werken, wat veiligheid betreft, in een totaal andere context dan ziekenhuizen. Ze behandelen patiënten op zeer lange termijn, wat het moeilijk maakt om veiligheid af te toetsen aan specifieke eindpunten op een welbepaald tijdstip. Het is nodig huisartsen een duidelijk kader te bieden, zodat ze weten wat ze moeten doen om met een optimale veiligheid te handelen.

Tot nog toe werd veel onderzoek rond patiëntveiligheid gevoerd vanuit de optiek van het ziekenhuis. Sommige methoden voor het meten van de veiligheid zijn zowel bruikbaar in het ziekenhuis als in de eerste lijn, maar misschien hoeven ze niet in beide situaties op dezelfde manier te worden toegepast. Het registreren en analyseren van incidenten, bijvoorbeeld, hoeft misschien niet continu te gebeuren. Een interventie van één maand om de drie jaar zou even veel informatie kunnen bieden. Belangrijk is ook dat de eerste en tweede lijn gedeeltelijk samenwerken, omdat heel wat veiligheidsincidenten optreden bij de overgang tussen beide.

Meer patiëntcontacten, minder veiligheid

Een vergissing met blijvende schade, het zal u maar overkomen. Twee derde van de zorgverstrekkers die betrokken waren bij een incident met ernstige schade rapporteerden in een onderzoek uit 2009 ‘ernstige gevoelens van droefheid’ en ‘concentratiestoornissen’. Andere klachten waren depressie (55%), flashbacks (52%), slaapstoornissen (45%) en het vermijden van gelijkaardige zorgsituaties (32%). Wie geen hulp zocht, deed dat wegens tijdgebrek (89%), twijfels over een vertrouwelijke behandeling (68%) of gebrek aan een aanspreekpunt (61%). Sommige ‘second victims’ zouden het van zichzelf zwak gevonden hebben om hulp te zoeken (41%) of vonden dat hun persoonlijk probleem niet belangrijk was (26%).

Op de EQuiP-conferentie wezen experts erop dat er mogelijkheden bestaan om second victims te helpen en dat die dan ook moeten worden gebruikt. Jonge artsen en artsen in opleiding hebben extra steun nodig. Wat preventie betreft, is burn-out een aandachtspunt, omdat het risico van veiligheidsincidenten hier naar alle waarschijnlijk groter wordt. En hoe moeten huisartsen met burn-out worden omkaderd? Ten slotte wezen de experten in Praag op een laatste belangrijke bevinding uit het onderzoek: veiligheid bij een arts is omgekeerd evenredig met het aantal patiënten dat hij ziet.

Bron: Domus Medica

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.