De gestandaardiseerde beoordelingsschaal (EBM) vormt de basis voor de facturering van diensten van geconventioneerde Duitse artsen. Een recente uitspraak van de Sociale Rechtbank deed stof opwaaien maar zette ook de puntjes op de i: als het gaat om kwartaalfacturatie, mogen de indieningstermijnen niet tot het laatste moment worden uitgeput.
Artsen moeten zich houden aan de facturatietermijnen die zijn vastgelegd door hun vereniging van wettelijke zorgverzekeringsartsen (KV). Dat is de enige manier om onnodige administratieve kosten te vermijden en om uitgaven toe te wijzen aan het respectieve totale vergoedingsvolume, zoals het Münchense Hof voor Sociale Zaken benadrukte in een recent gepubliceerde uitspraak. De termijn tot het laatste moment uitputten is ook niet verstandig.
De sociale rechtbank verwierp dus de klacht van een huisarts. Zijn factuur voor kwartaal 2/2021 had de KV pas op 1 april 2022 om 19.32 uur ontvangen. De door de KV gestelde termijn van negen maanden was dus met één dag overschreden. De KV weigerde daarom de afrekening te vergoeden.
Termijn was bepaald door de KV
De arts vond de niet-betaling disproportioneel. Daarnaast had hij zijn honorariumafrekening al op 31 maart 2022 digitaal "ingeleverd" en was de late ontvangst door de KV voor hem onverklaarbaar.
Maar de termijn van negen maanden was effectief vastgesteld door de afgevaardigdenvergadering van de KV.
Toch hield de huisarts zich er niet aan. Hij had ook geen verzoek om verlenging van de termijn ingediend.
Volgens het factureringsreglement was de vergoeding daarom uitgesloten. De Münchense rechters verwezen naar oudere jurisprudentie van het Federale Sociale Hof om hun beslissing te rechtvaardigen.
Te late facturering leidt ook tot hogere administratieve kosten en de bijbehorende extra kosten, die uiteindelijk door alle gecontracteerde artsen worden gedragen," vervolgt het vonnis in München. Facturering "naar believen" zou "niet te rechtvaardigen gevolgen hebben voor het facturatiesysteem als geheel".
Schade van vijf cijfers niet onevenredig
Het feit dat de huisarts zijn honorariumoverzicht op 31 maart 2022 daadwerkelijk had geüpload, kwam de sociale rechtbank niet erg geloofwaardig voor. Hij had namelijk noch een ontvangstbevestiging noch een foutmelding ontvangen. De vermelde datum 31 maart 2022 voor zijn honorariumdossier geeft enkel de datum weer waarop de huisarts het dossier op zijn eigen computer had aangemaakt.
Volgens de schatting van de rechtbank loopt de huisarts nu tussen de 40.000 en 50.000 euro aan honorarium mis. Maar dat is niet disproportioneel of zelfs ongrondwettelijk. De arts kan echter nog in beroep gaan tegen de beslissing bij het Beierse Staatsgerechtshof voor Sociale Zaken in München.
Laatste reacties
Jos GEUKENS
08 december 2023Ik acht het niet onmogelijk dat deze arts, net zoals wij allemaal, zo opgeslorpt wordt door zijn medische werk, dat sommige administratieve werkzaamheden inderdaad wat blijven liggen.