Een jaar na de grote hervorming van de Brusselse huisartsenwachtdienst maakt de GBBW een eerste, positieve balans op. Het systeem werkt naar behoren, maar men moet de burgers er nog van overtuigen dat ze best eerst een beroep doen op deze dienstverlening.
Sinds oktober 2014 hebben meer dan 25.500 patiënten een beroep gedaan op de vaste huisartsenwachtposten. 34% van deze patiënten genoten een huisbezoek. Dat deelt de Garde Bruxelloise Brusselse Wachtdienst (GBBW) mee. 76% van de raadplegingen vonden plaats tijdens het weekend en op feestdagen. De overige 24% gebeurde tijdens weekavonden en –nachten. Gemiddeld zijn er per week 492 raadplegingen, waarvan 167 huisbezoeken. Voor de 19 Brusselse gemeenten komt dat neer op een gemiddelde van 188 raadplegingen per jaar per 10.000 inwoners.
Dr. Michel de Volder, voorzitter van de GBBW, benadrukt de grote verschillen die er bestaan tussen de Brusselse gemeenten wanneer het erop aankomt een beroep te doen op de huisartsenwachtdienst. “In Sint-Pieters-Woluwe telt men bijvoorbeeld ongeveer 400 raadplegingen per jaar per 10.000 inwoners gedurende de week, het weekend en op feestdagen. In Ukkel, Vorst, Anderlecht, Sint-Gillis en Sint-Joost-ten-Node schommelt dat cijfer rond de 125 raadplegingen per jaar per 10.000 inwoners. Dit verschil in frequentie is grotendeels te verklaren door de aanwezigheid van wachtposten in bepaalde gemeentes.”
Drie medische wachtposten staan in voor de zorgverlening in de 19 Brusselse gemeentes: Athena (Brussel-stad), Medinuit (Molenbeek) en de Huisartsen Wachtpost (Sint-Lambrechts-Woluwe). Deze wachtposten zijn toegankelijk ’s avonds, tijdens de weekends en op feestdagen. Kan de patiënt zich niet verplaatsen, dan wordt er in een wachtdienst aan huis voorzien door een arts vergezeld van een chauffeur. Hetzelfde geldt voor de nachtelijke raadplegingen, wanneer de medische wachtposten gesloten zijn.
Progressiemarge
In vergelijking met andere wachtposten hebben de wachtposten van de GBBW nog een progressiemarge. Ter vergelijking: de wachtpost van Antwerpen telt 740 raadplegingen per jaar per 10.00 inwoners en die van Gent zelfs 850 raadplegingen per jaar per 10.000 inwoners. “We kunnen dus nog beter doen. We zullen ook beter doen”, stelt de dynamische voorzitter van de GBBW. “Brusselse patiënten doen nog te vaak een beroep op de dienst spoedgevallen.”
Een relevante aanpak
De GBBW maakte een analyse van de relevantie van de pathologie voor de wachtpost. Men stelde vast dat 84% van de pathologieën die in de wachtpost behandeld werden tot de huisartsgeneeskunde behoort. In 1% van de gevallen was er spoedeisende zorg nodig. In 7% van de gevallen had de raadpleging kunnen wachten tot de volgende dag of het einde van het weekend. Hoe zat het met de opvolging van de wachtdienst? In 94% van de gevallen gingen de patiënten nadat ze door de arts van wacht gezien waren terug naar huis (met of zonder nabehandeling door de eigen huisarts). Bij 3% van deze patiënten werd verdere opvolging door een specialist aanbevolen. 3,5% van de patiënten werd naar de dienst spoedgevallen doorverwezen en bij 0,01% van de patiënten was het nodig een ziekenwagen of een mug op te roepen. Na een huisbezoek bleef 76% van de patiënten thuis (met of zonder nabehandeling van de eigen huisarts). Bij 2% van hen werd opvolging door een specialist aanbevolen, 10,4% van de patiënten werd naar de dienst spoedgevallen doorverwezen en 0,01% had een ziekenwagen of een mug nodig.
Bijkomende wachtposten
Een jaar na de lancering van het nieuwe systeem zou Michel de Volder graag de geografische dekking van de Brusselse wachtposten en de bicommunautaire aanpak versterken. “De huidige spreiding van de medische wachtposten laat niet toe de totaliteit van de Brusselse regio te dekken. Vooral een aantal dichtbevolkte gemeenten valt uit de boot. Aan de hand van een theoretische analyse werd de optimale locatie bepaald van de medische wachtposten. Dat gebeurde op basis van de bevolkingsdichtheid, de verplaatsingstijd (via de weg en het openbaar vervoer) en andere specifieke elementen zoals de nabijheid van een spoedgevallendienst of de mate waarin diensten voor thuisverzorging door bepaalde bevolkingsgroepen (ouderen) gebruikt worden. Op deze manier toonden we aan dat het noodzakelijk is te beschikken over zes medische wachtposten, geografisch gespreid en inspelend op de noden van de bevolking. De oost-noordoostelijke regio van Brussel wordt daarbij als prioritair bestempeld. De opening van bijkomende medische wachtposten op Brussels grondgebied biedt tevens mogelijkheden om de mobiele wacht optimaler te gebruiken. Hij zal dan niet meer opgeroepen worden omdat een wachtpost zich te ver afgelegen bevindt. De mobiele wacht kan dan bij voorkeur ingezet worden voor bepaalde bevolkingsgroepen, zoals ouderen die in sommige gemeenten sterk aanwezig zijn. Momenteel gebeurt 14% van de huisbezoeken in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen.”
De GBBW wil verder samenwerken met Nederlandstalige artsen om de tweetaligheid van de dienst te optimaliseren. “Er wordt in opleidingen en testen naar tweetaligheid voorzien. Selor is bezig met het uitwerken van een test. De officiële start van de bicommunautaire wachtdienst is gepland voor 1 januari 2016. Zes leden van de Brusselse Huisartsenkring (BHAK) werden afgevaardigd om mee te werken aan het project. Sinds 2013 denkt de BHAK mee over de werking van de wachtdienst. Nederlandstalige huisartsen kennen dezelfde problemen als de Franstalige huisartsen inzake permanentie, veiligheid, enz.”
De 1.400 Brusselse huisartsen spreken 92 verschillende talen. Dat is een linguïstieke rijkdom die een ware troef kan vormen voor een multiculturele hoofdstad en die echt wel nuttig is bij de organisatie van een huisartsenwachtdienst.