Waarom deelnemen aan de wacht op vrijwillige basis? Uit plichtsbesef en solidariteit met de plaatselijke collega’s. Dat zijn de belangrijkste beweegredenen van de Franse huisartsen, blijkt uit een bevraging. Maar wie jonger is dan 40 bekijkt dat ietsje anders. En de werkoverlast overdag maakt hen koele minnaars.
Eind maart maaktde de Franse Orde van Artsen haar conclusies bekend van haar 16e analyse van de permanentie van ambulante zorg (de "PDSA" in het jargon). In feite een balns van de wachtdienst die het jaar voordien verzekerd werd door 93% door "vrij gevestigde" huisartsen met een praktijk.
Het aantal wachtgebieden blijft dalen en dus vergroten de territoria, vooral in het holst van de nacht (met slechts 6% wachtinterventies). Van de +/- 60.000 artsen die waarschijnlijk hun handen vuil maken, wordt het totale vrijwilligerswerk geschat op 38,6%.
De Ode vroeg een studiebureau om te peilen naar de opvattingen van de huisartsen over de organisatie van de PDS, over wat hen drijft of weerhoudt om eraan deel te nemen. Bijna 5.000 huisartsen werden geïnterviewd van eind januari tot eind februari. Bij 2/3 klinkt het dat de PDSA goed werkt. Er is een duidelijke voorkeur voor ‘vaste wachten’ of ‘gardes postées’ (inclusief vaste voordelen, zonder verplaatsing, niet exact hetzelfde als een 'wachtpost' in de Belgische betekenis). 75% van de respondenten geeft aan prioriteit te willen geven aan deze ‘vaste wachten’ (tegenover 7% aan ‘vliegende wachten’).
Wat overeenstemt met onze wachtposten heet daar "medische wachthuizen": Daarvan wordt verondersteld door 67% van de deelnemers dat ze "de organisatie van PDSA vergemakkelijken". Of dat ze "de medische praktijk faciliteren" (66%).
Anderzijds vindt maar een derde dat ze de coördinatie vereenvoudigen met de spoeddiensten.
Het plichtsgevoel (76%) en solidariteit met de lokale collega’s (75%) staan aan kop bij de motivatie om aan wachten deel te nemen. Ze liggen een stuk voor op de financiële motivatie (53%). Onder de huisartsen jonger dan 40 zit die financiële dimensie de plicht en solidariteit op de hielen.
De belangrijkste "obstakels" blijken een al druk schema (81%), door wacht veroorzaakte vermoeidheid (68%) en de moeilijkheid om wachtdiensten en gezinsleven met elkaar te verzoenen. Ook hier laat de enquête een verschil tussen de generaties zien: het werk / privé-evenwicht is een rem die meer algemeen wordt genoemd (84%) door artsen jonger dan 40 jaar, vervangers en vrouwen.
Verbetertips (tussen 72 en 75% steun) zijn defiscaliseren van de wachtinkomsten, een bewustmakingscampagne over het functioneren ("gebruiksaanwijzing" van de PDSA), wachtposten vlakbij spoeddiensten plaatsen om patiëntenstromen te beheren en de wachtvergoeding verhogen.