De patiënt centraal… in de chaos?

Iedereen heeft er tegenwoordig de mond van vol: de patiënt moet centraal staan in de gezondheidszorg. Meer nog, we moeten de krachten bundelen om hem te empoweren. Actief participerende patiënten kunnen op betere gezondheidsuitkomsten rekenen. Een uitstekend principe, dus. Maar in de praktijk zijn we nog ver van huis.

Laten we even terugblikken op de recente casus van een 65-jarige patiënte, die door de endocrinoloog wordt gevolgd voor een microadenoom van de hypofyse. Door toedoen van een gevorderde, diffuse artrose en een uitgesproken bezorgdheid om de eigen gezondheid, neemt mevrouw N. een indrukwekkende reeks geneesmiddelen, waarbij ze receptuur en zelfzorg combineert.

Op het vervolgconsult, in één van onze universitaire ziekenhuizen, is de endocrinoloog tevreden: het adenoom gedraagt zich. Maar het bloedonderzoek is niet helemaal naar wens. De arts laat het woord ‘nierfalen’ vallen. Er moet ‘zo snel mogelijk’ aanvullend onderzoek plaatsvinden. Dat wordt gepland in het begin van de volgende week.

Voor de patiënte breken bange tijden aan. Ze ziet zich allicht in gedachte al aan een dialysetoestel gekluisterd. Haar omgeving meldt overigens dat de angst in haar omgang met anderen voelbaar is.

Na een namiddag onder de detectieapparatuur van het ziekenhuis krijgt ze een afspraak op het consult om met de arts de resultaten te bespreken. Opnieuw is het ongeveer een week wachten.

Maar voor het zover is, belt het ziekenhuis op. Voor de bediende van de afsprakenbalie is de boodschap in een paar woorden afgerond: “Uw afspraak wordt met een maand uitgesteld. Ziehier de nieuwe datum.”

Mevrouw N. haalt opgelucht adem. “Als het een maand kan wachten, zal het wel niet zo erg zijn”, concludeert ze volledig terecht. Alles loopt dus naar wens. De patiënte zit centraal op haar eigen kluitje en empowert zichzelf met eigen gevolgtrekkingen, bij gebrek aan overleg met de rest van het zorgteam.

Dat men zich in deze omstandigheden onmiddellijk op technische onderzoeken heeft gestort, zonder eerst het complexe medicatieschema onder de loep te nemen, is een overweging in de marge. Iets eenvoudigers dringt zich aan de geest op. Als je een patiënt de stuipen op het lijf jaagt met een onrustwekkende diagnose die je ‘zo snel mogelijk’ wil documenteren met aanvullend onderzoek, zou het dan niet redelijk zijn zelf aan de telefoon te komen om onverwachte schikkingen toe te lichten? “Uw tests hebben niets ernstigs aangetoond. Het consult hoeft dus niet onmiddellijk plaats te vinden." Bijvoorbeeld.

Allicht treft de ziekenhuisarts geen schuld. Teams zijn tegenwoordig binnen ziekenhuizen gemillimeterd. Zorgverleners weten niet waar het hoofd eerst te zetten.

Ondanks dit beklemmende kader blijft nadenken over mogelijke verbeteringen van de gezondheidszorg een nuttige en noodzakelijke bezigheid. Zonder die reflectie zouden we heel snel in de waan gaan leven dat alles goed gaat. Empowerment is een interessant concept, dat op papier steek houdt. Maar zo te zien schijnt er flink wat licht tussen de nadruk waarmee we op datzelfde concept hameren en de kansen die het momenteel heeft om breed naar het terrein door te stoten.

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.