“Niets revolutionairs, maar toch een interessante oefening.” Dat zei Bvas-ondervoorzitter Jacques De Toeuf over de audit van de wachtposten. “Het is raar”, voegde hij eraan toe. “Er is niet echt een goede verklaring voor de aanzienlijke verschillen in werkingskosten tussen de wachtposten.”
“Er bestaat een verband tussen het aantal patiëntcontacten en kosten, dat wel. Maar voor de rest blijft er veel onduidelijkheid bestaan. Er is bijvoorbeeld niet echt een link met de bevolkingsdichtheid in de regio.”
Dr. De Toeuf geeft aan dat de grote uitgavenposten liggen bij het onthaal, het transport en de bezetting tijdens de nacht. Hij verwijst naar simulaties opgesteld door de auditeurs, die aantonen dat men 14% op het totale budget zou kunnen besparen door het opzetten van samenwerkingsverbanden met kostendeling.
Is de audit een argument om de wachtposten neer te zetten in de omgeving van een ziekenhuis, zoals minister De Block dat wil? Dit thema werd besproken tijdens de focusgroepen waarop de auditeurs van Möbius een eerste keer hun resultaten aan de artsen voorlegden. “Er zijn voor- en nadelen verbonden aan het ruimtelijk koppelen van huisartsenwachtposten en ziekenhuizen. In de eerste plaats kan het verwarrend zijn voor de patiënten. Bovendien draait de wachtpost op een werkingsbudget, terwijl de spoeddienst per patiëntcontact gefinancierd wordt. Uit de gesprekken bleek dat het samenbrengen van beide financieringsmodellen niet echt aanzet tot het doorverwijzen van patiënten. Triage door de 1733 komt hier naar voren als een mogelijke oplossing.”