Het Algemeen Beheerscomité van het Riziv keurde woensdag de voorlopige twaalfden van het budget voor gezondheidszorg goed. Daardoor kan het akkoord tussen de artsen en de ziekenfondsen voor Bvas overeind blijven. ‘Goed om te weten is dat artsen ook hun telefonische consultaties kunnen blijven aanrekenen’, zegt dr. Johan Blanckaert, de voorzitter van Bvas.
Bij ontstentenis van een definitief goedgekeurde begroting voor de gezondheidszorg in 2025 wordt er gewerkt met voorlopige twaalfden. In die periode zijn de gezondheidsindex en de groeinorm altijd verworven tot de ministerraad alsnog een definitieve begroting zou vaststellen.
Maandagavond tijdens de zitting van de medicomut van de Riziv-top hoorde Bvas voldoende garanties om het lopende akkoord artsen-ziekenfondsen niet op te zeggen. Het Algemeen Beheerscomité van het Riziv bekrachtigd ze en gaf zijn zegen aan de formule met de voorlopige twaalfden.
Daardoor zijn ook de voor volgend jaar geplande besparingen geschrapt. Voor de hele ziekteverzekering gaat het om een pakket besparingen van in totaal 216,8 miljoen euro, waarvan 73,38 miljoen op rekening van de artsen zou komen. De besparingen zouden normaal ingaan op 1 januari 2025 maar gaan dus nu niet door omdat ze onder nieuw beleid vallen.
"Dat is goed nieuws voor de huisartsen en andere artsen die vaak gebruik maken van telefonische consultaties", zegt dr. Johan Blanckaert, de voorzitter van Bvas. "Een maand geleden zette de aangekondigde opschorting van het honorarium voor de teleconsultatie nog veel kwaad bloed, en terecht. Maar u kan ze dus vanaf januari gewoon verder blijven aanrekenen, zoals voordien. Maar hoe langer besparingen uitblijven, des te harder ze zullen aankomen eenmaal de definitieve gezondheidsbegroting er is."
Individuele overweging
Hoewel Bvas in de gegeven omstandigheden geen reden ziet om een procedure tot collectieve opzegging van het akkoord te starten, herhaalt het wel zijn oproep van vorige week: ‘Elke arts doet er goed aan om voor zijn of haar eigen praktijk de afweging te maken of het zinvol is om het lopende akkoord artsen-ziekenfondsen voor 2025 individueel op te zeggen.’ De achterliggende redenering is dat elke arts voor zichzelf moet inschatten wat bijvoorbeeld de impact is van het verbod op ereloonsupplementen bij patiënten met recht op verhoogde tegemoetkoming in de ambulante zorg. Dat verbod gaat in op 1 januari 2025. ‘De in het akkoord voorziene invoering van pseudocodes ter verlichting van dat verbod is nog altijd niet conclusief uitgewerkt.’
De deadline voor artsen om het akkoord individueel op te zeggen verstrijkt op 15 december aanstaande. Met andere woorden: wie vanaf 1 januari 2025 uit het akkoord wil stappen, moet dat uiterlijk op 14 december laten weten via de beveiligde webapplicatie Pro Gezondheid.