In het Centrum voor Hart- en Vaatziekten van het UZ Brussel is voor het eerst een patiënt met het syndroom van Dunbar geopereerd via robotchirurgie. Een robotgeassisteerde ingreep is voor de patiënt minder invasief, met minder pijn en sneller herstel tot gevolg. Door de assistentie van een robot stijgt ook de precisie van de ingreep.
"Waar dergelijke ingrepen voorheen erg invasief waren - men moest de patiënt écht open leggen - gebeuren de robotoperaties door een kijkbuis", verduidelijkt professor Erik Debing, diensthoofd Vaatheelkunde en clusterhoofd van het Centrum voor Hart- en Vaatziekten. "De infectierisico's dalen aanzienlijk en ook het herstel gaat veel sneller, waardoor de patiënt al na één of twee dagen naar huis kan, tegen over na vijf tot zeven dagen bij open chirurgie. De nieuwe aanpak is een forse stap vooruit in de behandeling van het syndroom van Dunbar. Het is ook een belangrijke stap in de uitbreiding van de expertise van robotgeassisteerde ingrepen in het UZ Brussel."
Het syndroom van Dunbar is een aangeboren aandoening die relatief zeldzaam is, maar toch minstens twee op 100.000 mensen treft, vier keer meer vrouwen dan mannen. De diagnose is omstreden en wordt vaak pas gesteld nadat vele andere aandoeningen aan onder meer de darmen, maag en galblaas zijn uitgesloten.
"De patiënten kampen met ernstige buikpijn die veroorzaakt wordt door het samendrukken van de ingewandsslagaders, aftakkingen van de aorta die lever, maag en milt van bloed voorzien", zegt professor Debing. "De onophoudelijke buikpijn, door het samenknijpen van de zenuwen, kan tijdens en na het eten nog erger worden, waardoor de patiënt zich misselijk voelt, moet overgeven of diarree krijgt. Andere symptomen zijn vermoeidheid, een intolerantie voor lichamelijke inspanning en uiteindelijk zelfs ernstige vermagering en ondervoeding."
"De enige manier om de symptomen van het syndroom van Dunbar definitief op te lossen, is een operatie, waarbij we de druk op de ingewandsslagaders wegnemen. De banden die drukken op de ingewandsslagaders worden bij de ingreep losgemaakt en doorgeknipt om het bloed weer voldoende naar de ingewanden te laten stromen. Na de operatie verdwijnen de klachten van de patiënten dan ook zeer snel."
Heelkundige ingrepen met behulp van een robot gebeuren al langer in het UZ Brussel op de diensten Gynaecologie, Urologie, Abdominale Heelkunde, Thoraxheelkunde en Plastische Heelkunde. Door deze nieuwe toepassing voor patiënten van het Centrum voor Hart- en Vaatziekten, breidt het UZ Brussel zijn expertise op het vlak van robotgeassisteerde chirurgie verder uit.
Professor Debing voerde de eerste operatie uit samen met zijn collega's dr. Martijn Schoneveld en prof. Christian Simoens van de dienst Abdominale Heelkunde. "De chirurg die achter een console zit en via de camera een driedimensionaal zicht krijgt op het operatiegebied, heeft via de robot een betere zichtbaarheid en kan daardoor nauwkeuriger werken. Met deze minder invasieve aanpak zorgen we voor een nieuwe mijlpaal voor de behandeling van het syndroom van Dunbar."
